Vrouwen, erken het gezag van je man?

“Vrouwen, erken het gezag van uw man”, zo begint de dagtekst op mijn Dagelijks Woord app vandaag (Kolossenzen 3,18). Wat doet dit met je? Niet alleen elke zichzelf respecterende vrouw zal hierbij steigeren, elke vrouw respecterende man niet minder. Deze woorden roepen uiteraard weerstanden op, daar hoeven we niet omheen te draaien. Gezag is niet meer. Tenminste, in de vorm van formele macht vindt geen draagvlak meer bij de mensen van nu. Gezag moet zijn eigen positie verwerven, moet zichzelf waar maken in de vorm van een goed verhaal.

Ik zocht de preek die ik over dit Bijbelgedeelte hield in 2017 nog eens op (http://nogmeer.pastorklaas.nl/ik-wil-als-christus-voor-jou-zijn-preek-over-kolossenzen-3-18-19/). Het was voordat ‘het M/V-vraagstuk’ in onze gemeente op de agenda stond. Maar het speelde uiteraard in de kerken. Dat was echter niet de reden voor deze tekstkeus. De preek was een deel in een serie over Kolossenzen. Juist de ‘huisteksten’ (Kolossenzen 3,18 – 4,1) wilde ik in dat kader niet laten liggen, ook vanwege hun betekenis voor de praktijk van het christelijke leven. Zo kwam dit gedeelte ‘vanzelf’ aan de orde.

Daar komt bij, dat de verkondiging van Gods Woord nooit iets anders moet zijn dan evangelieprediking. Het gaat altijd om verkondiging van het Goede Nieuws, en dat is wat anders dan het uitdragen van standpunten over heikele kwesties. Echter, dat vraagt wel om goede Bijbeluitleg. Daartoe had ik voor deze preek betrouwbare bronnen geraadpleegd, zoals de bekende Bijbelcommentaar uit de serie CNT onder redactie van J. van Bruggen e.a.

En zo ga je dus op zoek naar het evangelie in deze woorden: waarin zie ik hier nu Christus en zijn genade oplichten? Dat is zeker wel even zoeken, vooral als we gehinderd worden door de genoemde weerstanden. Het evangelie vond ik door een hoofdlijn op te zoeken in deze brief van Paulus. Je zou kunnen zeggen: door levend water aan te boren in de diepere ader die door deze brief heen loopt. Dat vind je eigenlijk al meteen in deze tekst zelf: “zoals past bij uw verbondenheid met de Heer”. In de vertaling NBG ’51 is dit zo verwoord: “zoals u betaamt in de Heer”. De NBV vertaalt die compacte uitdrukking ‘in de Heer’ in het Nieuwe Testament consequent met ‘verbonden (-heid) met de Heer’. Dat is op zich juist, maar je verliest ook iets (wat overigens inherent is aan vertalen).

Want wat betekent nu dat ‘in’ de Heer? Het woord in gebruiken we meestal als een plaatsaanduiding: in huis, in de klas. Dan ben je dus ergens: in een ruimte, die jou omringt. Dat kun je heel mooi toepassen op onze relatie met Christus. Als herboren mens ben je in Christus, hij omgeeft je, je ademt en leeft in hem (vergelijk ook Handelingen 17,28 waar het gezegd wordt van alle mensen in hun relatie tot de Schepper). ‘In’ wijst ook op het beeld van Johannes 15: de takken van de wijnstok zijn in de stam (Jezus) gevoegd. Het wijst dus op een intieme en intense gemeenschap of eenheid.

Maar wat houdt dat nu in voor je gedrag en leven, ook in relaties? Het valt me steeds weer op hoe diep de gedachte geworteld is, dat we dan moeten kijken naar de geboden van God. Dat is voor wie leeft als Nieuwtestamentische gelovige slechts de halve waarheid. De geboden van God ontvang je als christen in Christus. Je ontvangt ze als de wet van de vrijheid (Jakobus 1,25; Galaten 5,1), de door Christus vervulde wet (Matteus 5,17)! Dus is het nieuwe leven altijd het leven van en uit Christus. Hij heeft ons dat nieuwe leven laten zien in zijn volmaakte gehoorzaamheid, liefde en toewijding aan de Vader. Hij heeft het ons zo voorgedaan, als ons voorbeeld. Wie in hem is, gaat dat zelfde leven vertonen. Jezus staat model voor jouw nieuwe bestaan.

Die evangelische of genadebron vinden we ook in Kolossenzen 3. In Christus betekent: áls Christus, mét Christus. Daarvoor hoeven we maar enkele verzen eerder te kijken: vers 12. Daar zie je zijn stijl, dat nieuwe leven: we zijn mensen die ons “kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld”. Elkaar verdragend, vergevend (vers 13), “zoals de Heer u vergeven heeft”! Zoals de Heer! Leef in alles zoals Jezus!

Dus ook in je relatie binnen het huwelijk. Zo moet een vrouw omgaan met het ‘gezag’ van haar man: passend bij haar leven in de Heer! Wat is dat nou? Dat is geen slaafse gehoorzaamheid, en ook geen gezag op een eisende manier. Het gaat om gezag én gehoorzaamheid in een totaal nieuw licht: het licht van het evangelie, het licht van een leven uit Christus’ genade.

Wat is gehoorzaamheid in genadelicht? Wat is gezag uitoefenen op de Christusmanier? Van Paulus weten we, dat hij de maatschappelijke verhoudingen van zijn tijd erkende. Een paar verzen verder zegt hij tegen de slaven: “Gehoorzaam uw meester in alles (…), alsof het voor de Heer is en niet voor mensen” (vers 22-23)! Maar dan brengt hij dat vervolgens wel in evenwicht, door de slavenbezitters voor te houden: “geef uw slaven waar ze recht op hebben (er staat letterlijk: behandel ze billijk; 4,1).” Dat was ongehoord: sláven met réchten! Billijke behandeling! De bestaande verhoudingen in die tijd worden intact gelaten, de manier waarop je met elkaar omgaat binnen die verhoudingen volledig op de kop gezet! Er komt niet maar een evangeliesausje overheen, nee, hoe christenen zich in allerlei relaties gedragen wordt van binnenuit vernieuwd, vanuit Christus’ manier van omgaan met mensen en relaties omgedacht, ‘gereset’!

Zo ook in de huwelijken. Het was toen waarschijnlijk wel zo, dat de relatie man-vrouw trekken van ongelijkheid had. Dat mannen gezag hadden, en vrouwen geacht werden bescheiden te zijn, een tweede plek in te nemen. In huwelijken, en waarschijnlijk ook in de maatschappij van die tijd. Dat het woord gezag in dit verband wordt genoemd, is waarschijnlijk niet vreemd voor die tijd. Ook dat er in die sfeer van gehoorzamen werd gesproken was blijkbaar vrij normaal. Alleen, alle verhoudingen, ook deze, worden van binnenuit vernieuwd. Dat betekent: vrouwen voegen zich, maar wel op de manier van Christus. De ander vergevend, aanvaardend, bescheiden, geduldig (de stijl van Jezus die je ziet in/vanaf vers 12 en 13).

En dat wordt ook zichtbaar als je kijkt naar wat Paulus de mannen op hun beurt voorhoudt: “heb je vrouw lief en wees niet bitter tegen haar” (vers 20). Die aansporing om je vrouw lief te hebben is geen open deur. Nee, het was in die tijd wel eens goed dat mannen dat te horen kregen. Want ze deden nogal eens ‘bitter’, dat is bot en hard. In de toenmalige verhoudingen was een autoritaire houding bij mannen geaccepteerd. En vrouwen gedroegen zich er naar, door maar niet te veel tegen die kerels in te gaan. In een harde wereld zijn de manieren niet zo zacht. En je moet je eerlijk afvragen of er vandaag zo veel veranderd is…

“Vrouwen, erken het gezag van uw man”; “mannen, heb je vrouw lief”. Beiden worden genadevol op hun plaats gezet. In nieuwe verhoudingen, voorboden van Gods nieuwe wereld, het koninkrijk van de hemel. Waarin mannelijk en vrouwelijk minder betekenis krijgen, nee in een ander licht komen te staan: “in Christus” (Galaten 3,28).

 

 

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *