Regeneratie (preek over Mattheus 25, 14-30 en n.a.v. Eva Coolen, Regeneratie)
Onderstaande preek werd gemaakt als opdracht in het kader van een preektraining. De opdracht was een preek te schrijven mede n.a.v. thema’s uit een voorbeeld van moderne literatuur. In dit geval het boek Regeneratie van Eva Coolen (uitg. www.dasmag.nl, 2021). Kun je ontsnappen aan je lot en een nieuw leven beginnen? Of blijf je gevangene van je afkomst? Eens een looser, altijd…? In het boek blijft het een vraag, al gloort ook hoop. Dat maakt het verhaal spannend: hoe loopt dit af…?
De preek:
Maak jij wel eens een praatje met diegene achter de kassa? Of sta je daar maar wat te scrollen op je telefoon tot je boodschappen gebliept zijn? Pas las ik het boek Regeneratie van Eva Coolen. De hoofdpersoon is zo’n kassameisje. Samen met haar vriendin, ook caissière, droomt ze van een nieuw leven. Weg uit de saaiheid, de kleurloosheid, het nobody-zijn.
“Als je een meisje van zestien bent, gaan de meeste mensen ervan uit dat je niets te vertellen hebt. Zeker als je ook nog eens caissière bent, dan zien ze je alleen nog als een ademend onderdeel van de lopende band. Honderden mensen komen langs je op een dag en niemand interesseert zich ook maar half voor je, het merendeel zegt je niet eens gedag (…).” “…als ik droomde zat ik nooit achter de kassa of op mijn telefoon, en mijn dromen leken dus verder weinig met mijn leven te maken te hebben. Maar ik geloofde toen nog dat ik in de wachtkamer van mijn leven zat. Dat er op een goed moment een deur was waar ik doorheen zou stappen, waarachter alles nog stond te gebeuren en waar ik iemand zou worden” (blz. 24/25).
Zo droomt ze dat ze iemand is die ze niet is, en er uit ziet als een celebrity. Mooi zijn, een superlichaam hebben, daar droomt ze van. Zo bekijkt ze zichzelf op een keer in de spiegel:
“Ik had een nieuw geel zomerjurkje met een strak bovenlijfje en een soepele rok die net boven mijn knieën viel. Ik tilde de onderkant van het jurkje omhoog en bekeek (mezelf van opzij en van achteren).” (Ze doet vervolgens elke dag spieroefeningen om er van achteren voller uit te gaan zien, maar het lukt niet om er uit te zien als Kylie Jenner, een Amerikaanse celebrity met wie ze zichzelf voortdurend vergelijkt). (Opm.: de tekst van Eva Coolen hier iets aangepast; deze is explicieter en komt daardoor goed binnen, maar ik moet ook rekening houden met kleine kinderen in de kerk, dus sorry, iets aangepast).
(…) “Eigenlijk was ook Kylie Jenner maar een mager meisje geweest, zonder wespentaille en zelfs met opvallend kleine billen en dunne lippen, tot ze zich door plastisch chirurgen had laten transformeren tot een droommeisje met honderden miljoenen volgers. En alleen al het idee dat je kon transformeren en je oude zelf als een slangenhuid kon achterlaten, trok me aan als een magneet” (blz. 91).
Kun je iemand anders worden? Kun je dit leventje dat zo betekenisloos lijkt ontvluchten? Na een traumatische gebeurtenis (die ik niet verklap) stappen ze in een auto en rijden weg. Weg uit dat leven van schuld en lot, een leven waarin je je afvraagt: ben ik dader, of slachtoffer? Kun je opnieuw beginnen? Kun je ontsnappen uit de gevangenis van jouw lot?
Het verhaal wordt een soort roadtrip, met flashbacks die stap voor stap onthullen wat er gebeurd is. Ergens op driekwart van het boek komen beide lijnen bij elkaar. De reis naar de toekomst, en het verleden dat ze ontvluchten.
Zal het ooit wat worden? Of zijn ze kansloos, en blijven ze kansloos? Vroeger zeiden ze wel: Als je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje. Een cabaretier maakte een liedje met die woorden er in. Arm geboren is arm dood gaan. Kom je niet uit een rijk en succesvol milieu, dan blijf je je leven lang een looser.
“Twee meisjes uit het slechte deel van de stad… Meisjes zonder vaders… Meisjes op wie niemand lette… Meisjes met wie het toch nooit wat zou worden…” (blz. 333).
In deze preek wil ik de vraag stellen of dat waar is. Ben je kansloos, als je zonder maatschappelijke kansen geboren bent en opgroeit? In mijn overdenkingen naar aanleiding hiervan kwam ik uit bij deze gelijkenis, uit Matt. 25. En vooral dat einde grijpt mij aan. Zegt Jezus het daar ook niet: wie niets heeft, zal ook nooit wat krijgen? Iets in mij verzet zich tegen die dreigende zin aan het eind: Wie veel heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen… Wat bedoelt Jezus?
Om dat te begrijpen moet je dit verhaal plaatsen in het licht van hoofdstuk 24. Daar spreekt Jezus over het einde, zijn terugkomst. Over wat daar allemaal aan vooraf zal gaan: oorlogen, rampen. ‘Tekenen der tijden’ worden ze genoemd, signalen die het einde van de wereld inluiden. En Jezus sluit dan af met deze waarschuwing: Daarom moeten ook jullie klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht (Matt. 24,44). En dan volgt (in hoofdstuk 25) een aantal gelijkenissen, verhalen die deze waarschuwing onderstrepen. Ook deze z.g. ‘gelijkenis van de talenten’ (zoals deze parabel vaak genoemd wordt) is dus zo’n les om waakzaam te zijn.
Kort het verhaal. Een rijke man moet op reis, en geeft zijn geld in beheer bij zijn dienaren. Talenten zijn niet wat wij er vaak onder verstaan: gaven of charisma’s. Wat dat betreft zet de vertaling ons wat op het verkeerde been. Want het gaat niet om jouw ‘talenten’ in de zin van jouw capaciteiten. Het gaat om grote sommen geld, een talent was een bepaalde eenheid zilver.
Twee van de dienaren gaan ermee aan de slag en maken flinke winst. De derde begraaft het kapitaal. De heer komt terug, en beloont die eerste twee. Maar op wat die derde deed reageert hij woedend, en hij gooit hem eruit. De eerste twee zijn welkom op zijn feest, de derde moet buiten blijven, in de duisternis.
Nogmaals: onrechtvaardig? Ja, als je kijkt naar rijkdom en macht wel. Als je uitgaat van wat maatschappelijk succes heet, ja. Maar hoe zit dat hier? Wel, voor die rijke heer zijn de bedragen die hij in beheer gaf klein vergeleken bij wat hij al heeft. Even ter vergelijking. Oxfam Novib bracht pas een rapport uit over de groei van ongelijkheid tijdens de coronapandemie. Wat blijkt? De tien rijksten van de wereld verdienden tijdens de crisis $ 15.000 per seconde! Per seconde!! Daar kan ik me niets bij voorstellen. Eén van die tien miljardairs is de CEO van Amazon, van wie bekend is dat zijn eigen werknemers nog geen fractie verdienen van wat hij heeft. De teneur lijkt: rijken worden rijker, armen steeds armer. Dus: “ben je voor een dubbeltje geboren, dan bereik je nooit een kwartje”? Eenmaal arm, altijd arm? “Twee meisjes met wie het nooit wat zou worden…”
Maar nu moeten we er eens even op letten waarom die heer zo furieus reageert. Wat is de reden dat hij zo woedend reageert op die derde dienaar? Is dat het feit dat die het geld heeft begraven, en geen winst gemaakt heeft? Was die heer daar op uit: op nog meer? Maar net als die baas van Amazon is ook voor hem dit geld niets vergeleken bij wat hij al heeft. Dus wat maakt hem dan zo boos?
Wel, kijk eens naar het verschil. Die eerste twee gaan meteen aan de slag met het hun toevertrouwde geld. Doen ze dat omdat hun baas ze dat heeft opgedragen? Daar lees je niets over. Nee, ze lijken dat vrijwillig te doen, uit eigen beweging. Waarom? Nou, hier zie je aan hoe hun relatie met hem is! Ze doen dit uit liefde, ze houden van hun baas! Ze willen niets liever dan hem blij maken. Zo niet die derde: hij handelt uit… angst! Hij heeft duidelijk géén vertrouwen in zijn heer: “Heer, ik wist dat u streng bent, dat u maait waar u niet hebt gezaaid en oogst waar u niet hebt geplant, en uit angst besloot ik uw talent te begraven.” Begraven! Hij stopt het onder de grond. Doet hij dat om goed te zorgen voor het eigendom van zijn meester? Zodat niemand het geld kan pikken? Misschien. Maar hij doet het nog meer… uit vrees, wantrouwen!
Die andere twee zijn goede knechten, zegt de heer. Waarom? Omdat ze hun heer vertrouwden, hem liefhadden. Maar de derde dienaar, hij durft zijn heer nauwelijks onder ogen te komen. Hij vreest al bij voorbaat zijn toorn, duikt al bij voorbaat weg. Precies zoals we in de Bijbel ook lezen in 1 Joh. 4,18: “Er is in de liefde geen vrees, volmaakte liefde drijft de vrees uit” (oude vert.). Liefde is: je voelt je veilig, er is geen wantrouwen. Je hebt lief, omdat je geliefd bént.
Is dat dan ook niet wat de Heer Jezus van ons verwacht? Hij vertelde deze verhalen om één ding duidelijk te maken: wees waakzaam, sta klaar. Want Ik kom op een moment dat je het niet verwacht. Wees dus in de tussentijd trouw, heb lief en zet je in. Dus: wees niet angstig maar heb lief!
En dat wordt hier heel ‘zwart-wit’ tegenover elkaar gesteld. Slecht is de dienaar die bij afwezigheid van zijn heer niets doet dan feesten en drinken (gelijkenis 1). Slecht is de bruiloftsganger die haar olielamp niet bijtijds heeft gevuld (gelijkenis 2). Zie de eerste parabels van hoofdstuk 25. Slecht is het als je waakzaamheid verslapt en je niet vol verlangen uitziet naar je Heer.
Maar de goede dienaar is de dienaar die de liefde van zijn meester herkent. En zo vol liefde hem verwacht. Het gaat in deze parabel dus over hoe je in de tussentijd leeft. Hoe je omgaat met jouw verantwoordelijkheid. Het gaat erom dat je actief op Hem gericht blijft, met liefde en overgave. Dat je gelooft dat jouw leven er in zijn licht toe doet!
Die twee meisjes uit het boek hopen op een nieuw begin. Een ‘regeneratie’, de titel van het boek, een wedergeboorte. Echt opnieuw beginnen, het verleden achter je laten, een zonnige toekomst tegemoet ziend. Maar de boodschap van het boek lijkt te zijn: je ontkomt nooit aan je lot. Ze vluchten, maar waar naartoe? Uiteindelijk lijkt het dat ze altijd rond zullen rijden, zonder doel, zonder verlossing.
“We reden nu recht op een rotonde af en mijn blik bleef hangen op een rond blauw bord, waarop de witte pijlen in een cirkel elkaar voor eeuwig leken te achtervolgen” (blz. 431).
De laatste zin van het boek. De cirkel van zinloosheid, je ontsnapt er nooit aan.
Maar dan vraag ik nogmaals: moeten we dat geloven? Het is zeker niet de waarheid van het evangelie! Wie heeft krijgt meer, wie niet heeft, zelfs wat hij heeft zal hem afgenomen worden. Dat gaat niet over jouw maatschappelijke kansen. Dat gaat over je geloof! Heb je geloof, geloof in zijn onvoorwaardelijke liefde, dan zal God de poorten van zijn rijk voor je openen. Leef je uit angst, dan zul je krijgen wat je verwachtte. Wie vreest verliest, wie liefheeft wordt rijk. Ja, zo zwart-wit wordt het hier gesteld: omdat je voor een keus staat. Vertrouw, en je ontvangt vrede en blijdschap.
Onrechtvaardig? Want misschien denkt iemand: maar ik, ik heb helemaal geen keus… Als ik gehandicapt ben, of psychiatriepatiënt. Afgekeurd, werkloos, aan de kant gezet. Het is waar, sommige situaties overkomen je, daar doe je niets aan. Heel wat dingen zijn beslist niet jouw keus. Je kunt dan het gevoel hebben aan de verkeerde kant van de streep te zitten, aan de kant van de verliezers, de mislukten…
Maar toch, ook dan mag je leren geloven. Leren geloven: met vallen, opstaan. Want wat Jezus hier zegt (“wie heeft krijgt meer, wie niet heeft krijgt niets”…), dat gaat niet over jouw kansen in de wereld waarin alleen succes ertoe doet. Dat gaat over jouw geloof: wie dát heeft, krijgt meer! En dat is wel degelijk een keus: geloof jij dat God jou liefheeft? Dat jij er in zijn licht mag zijn, zoals je bent? Zonder megaprestaties of een gezond afgetraind lijf?
En weet dan: dan is een mosterdzaadje geloof al genoeg (zegt dezelfde Jezus)! Een strohalmpje vertrouwen… Wie dat al heeft, krijgt nog meer… Onze Heer is niet die strenge meester, die zijn dienaren het vel over de neus trekt en ze eruit smijt als ze hem niet aanstaan. Hij is de beschermer van wie in zwakheid en kwetsbaarheid schuilt bij Hem. Geloof dus, vertrouw op Hem. Dan ben je rijk, en zal Hij jou nog rijker maken.
En maak vanuit die rijkdom dan ook ’s een praatje met de caissière. Zij is ook iemand met een waardevol leven. Leef zo, als een trouwe dienaar van de Heer, verspreid je licht en verwacht Hem in vrede. En je bent welkom bij zijn feest!
Amen.
Liturgie
Bij God komen
Votum & groet
Lied: Psalm 63 1,2 (Ber. Geref. Kerkb.)
Bede om ontferming & vergeving en Genadeboodschap
Lied: Psalm 63 3,4
Bij Hem zijn
Gebed om de opening van het Woord en de verlichting door de Heilige Geest
Bijbellezingen: Matt. 24, 42-44; 25, 14-30
Lied: Gez. 439 1 (Liedboek2013: “Verwacht de komst des Heren”)
Verkondiging
En weer gaan
Amenlied: Gez. 439 2,3,4 (Liedboek2013)
Dankzegging en voorbeden
Leefregel (Gods wil doen uit dankbaarheid): met Romeinen 13, 8-14
Liefdegaven
Danklied: Gez. 440 (Liedboek2013: “Ga, stillen in den lande”)
Zegen
Bij de liturgie
Bede om ontferming & vergeving en Genadeboodschap
De wereld staat in brand. Dagelijks zien we de beelden: raketinslagen, kapotgeschoten huizen en woonblokken. De waanzin van het geweld, de angst van velen die weerloos zijn. Dit, dit is de wereld, onze wereld. Een wereld in het kwaad. Kijkend naar de beelden kijken we in onze eigen spiegel. Dit is de wereld die wíj ervan hebben gemaakt. Het kwaad huist ook in ons. We kunnen niet anders dan in dat besef God onder ogen komen. Heer, ontferm U over ons! Ontferm U over deze wereld. Kom met uw genade en vergeving.
Vol verwachting komen we hier en luisteren naar Gods stem. Hij spreekt van liefde en vrede. Kom, laten we geloven dat Hij alles nieuw maakt. Dat Hij u en jou nieuw maakt. Zing van zijn vrede, en hoor het goede nieuws. Moge het de vrede van jouw hart zijn.
Gebed om de opening van het Woord en de verlichting door de Heilige Geest
God, wij zijn gekomen toen U ons riep. Daarom zijn we hier, omdat we uw stem hebben gehoord. U willen we ontmoeten, zoals U spreekt, in Woord en lied, in uw aanwezigheid door uw Heilige Geest in ons midden. Dank dat U wilt wonen in uw kerk, het lichaam van de Heer. Raak ons aan met uw liefde en beweeg ons door uw Geest. Geef ons rust als we luisteren, kracht als we spreken, zingen en bidden. Het nieuwe leven dat geboren wordt als U spreekt.
Dankzegging en voorbeden
Heer, dank voor uw troost en bemoediging. Nooit hebben we te weinig, als we maar geloof hebben. Geef dat geloof aan wie weinig mogelijkheden en kansen in het leven ervaren. Bij ziekte, als we ons eenzaam voelen, kwetsbaar, anders, onbegrepen. Bij handicaps of chronische aandoeningen, waar iedereen allang langsheen kijkt. Bij ouder worden en afscheid moeten nemen van wat zo met ons verweven is. Bij gebrokenheid in relaties en machteloosheid in conflicten. In al die situaties dat we onze afhankelijkheid voelen, meer dan dat we onze mogelijkheden zien. Dat we dan geloof krijgen, in U die redt, in uw rijk dat komt. Zodat we opveren en de ons toevertrouwde schat niet begraven blijken te hebben.
In deze wereld vol angst door geweld en in deze schepping die sterft en uitsterft, roepen wij tot U. Al zien wij niet hoe, U hebt deze wereld in uw hand en zult haar tot een goed einde brengen. Soms hebben we het gevoel dat dat einde niet ver meer kan zijn. Dat zou nog eens mooi zijn, dat Christus verschijnt en de wereldmachten onttroont. Maar Jezus heeft gezegd dat wat we nu zien nog maar het begin der weeën is en er nog veel meer en veel grotere rampen zullen komen voordat Hij verschijnt. Laat ons daarom alert zijn en vol hoop blijven. Geef dat onze verwachting niet verslapt zodat we ons zouden overgeven aan de tijdelijke snoepreisjes van deze wereld. Nu de coronabeperkingen voorbij zijn, komen we weer uit onze tijdelijke verlamming, en dat is goed. Maar geef dat we nu iets geleerd hebben: dat deze wereld niet het einde is. En dat ons leven kwetsbaar is, tenzij we het in uw hand leggen.
Wij danken U voor onze nationale feestdag die we in veiligheid en vrede konden vieren. We danken U voor het Huis van Oranje, en een stabiele regering. Zeker, we beseffen ook dat het allemaal mensen zijn, en dat macht in mensenhanden snel kan leiden tot onrecht en ongelijkheid. We zien het bij de toeslagenaffaire, de Groningse gasboorschade, en eigenlijk zo ontelbaar veel meer. Een z.g. ‘nieuwe bestuurscultuur’ is een omslag die geloof en moed vereist. Geef dat, Heer, aan onze regering en zegen de koning. En doe ons ons uitstrekken naar onze enige en hoogste Koning Jezus Christus.
Leefregel
We hebben de Boodschap van de genade en liefde van God gehoord. Nu mogen we uit dankbaarheid voor Hem leven. Laten we daarom luisteren naar Gods wil voor ons leven, aan de hand van: Romeinen 13, 8-14.