Nieuwe mensen in Christus 2: relaties tussen generaties (preek over Kolossenzen 3, 20 & 21)

1. Ouderlijk gezag verandert

“Ik wil dat je doet wat ik zeg!”, zeiden vaders en moeders vroeger. Dat zullen ouders van nu ook heus nog wel ’s zeggen… Maar sommige opa’s en oma’s vragen zich toch soms af: krijgen kinderen niet te veel hun zin? Gezag van ouders verandert. Veel mensen van +60 à 70+ herinneren zich maar al te goed de opvoedingsstijl van vroeger. Hoe ervaar je die verandering? Als kind had je vaak niks in te brengen. Kinderen telden minder mee. Zo was dat toen, je wist niet beter. Of dat altijd positief was, kun je je afvragen.

Aan de andere kant lijkt dat vandaag 180 graden omgedraaid. En daar kun je ook je vraagtekens bij hebben. Wel is duidelijk: we zijn allemaal kinderen van onze tijd. De ouders van toen, de ouders van nu.

Hoe is dat in de Bijbel? In het Bijbelgedeelte van vanmorgen lijkt dat eenzijdige gezag benadrukt te worden. ‘Ouders zijn de baas’; kinderen moeten “in alles” gehoorzamen. Paulus sluit aan bij de gewoontes van zijn tijd. Dat zei ik ook de vorige keer, toen het ging over de verhouding tussen mannen en vrouwen. Maar… ook hier geeft hij daar een heel eigen kleur aan. De kleur van het evangelie, van de liefde van Christus! Wat betekent dat voor ons? Ouderlijk gezag verandert, ja. Maar hoe?

2. Niet gezag maar liefde zet de toon

Kinderen, gehoorzaam je ouders in alles.

Ik kan me indenken dat je je even achter je oren krabt: ‘Gehoorzamen’? ‘In álles’…? In die tijd was er meer ongelijkheid. Kinderen telden niet echt mee, ze mochten eigenlijk geen aandacht vragen. En zo is er tegen kinderen aangekeken, eeuwenlang. Tot halverwege de vorige eeuw, toen ging dat veranderen. Er kwam meer kennis over de ontwikkeling van kinderen. En dus over hoe je met kinderen omgaat, in hun groei naar volwassenheid. Tegelijk daarmee werden kinderen steeds vrijer, mondiger. Net als de hele samenleving, wij allemaal. Autoritair gezag verdween, ook de ouders veranderden. Kinderen krijgen én vrágen nu meer aandacht. En volwassenen nemen kinderen meer serieus: als personen met wie je rekening houdt. Zo is dat nu, zo denken we er nu over.

In Paulus’ tijd was dat anders, en daar sluit Paulus bij aan: kinderen, gehoorzaam je ouders…in alles! Dat laatste, daar denken we nu anders over, voorzichtiger. We zijn ons ook meer bewust geworden van situaties waarin het gruwelijk mis ging. Misbruik, mishandeling. Alhoewel… nog steeds zijn er die zeggen: “zulke dingen gebeuren niet, bij ons…”

Dan is de Bijbel realistischer. Want Paulus zegt er wel iets achteraan: dat is de wil van de Heer. En hier, al zie je het in de vertaling niet, staat wéér die prachtige uitdrukking: in de Heer! In de oude vertaling zie je het wel: “dat is welbehagelijk in de Here”. Welbehagelijk is zoiets als: een ander plezier willen doen. Gaat het dan om je vader en moeder een plezier doen? Of God (zoals de SV vertaalt)? Nee, letterlijk staat hier: zo doe je een plezier in de Heer. Er staat dus niet wíe je een plezier doet. In de Heer, dus in geloof verbonden met Christus, als nieuwe mens, doe je anderen plezier. Weer verwijst dat naar de manier van de Heer: dus gehoorzaam zijn, ja: als Christus.

Kinderen, en jongeren, hoe jij omgaat met je vader en moeder, dat laat Jezus je zien! Hij geeft je het voorbeeld. Hoe doe je dat dan? Door ze te laten merken dat je van ze houdt. En dat iedereen blij met jou is; en dat vooral God blij met jou is. Natuurlijk niet door te doen alsof, of door je uitsloverig te gedragen.

Ik stel twee vragen, één aan kinderen, één aan ouders. Aan de kinderen vraag ik: vind jij het fijn om te doen wat je vader en moeder willen? Denk er dan eens over na waarom je dat fijn vindt. Is dat omdat je hoopt dat ze jou dan lief vinden? Of is het net andersom: dat jij zelf van ze houdt?

En aan vaders en moeders: wanneer vind je dat je opvoeding geslaagd is? Wat hoop je te bereiken: dat ze gelukkig worden, en wat is dat dan? Zie jij je kinderen als verlengstuk van jezelf? Hoop je dat ze bij de kerk blijven? Of Jezus leren kennen en liefhebben? En wat als ze dat niet gaan doen? En andere wegen gaan?

In de Heer, dat betekent: verbonden in zijn liefde. Onvoorwaardelijk liefhebben, dat is wat Jezus je leert.

3. En dat komt van twee kanten…

Paulus spreekt ook de vaders aan. Ze moeten hun kinderen niet nodeloos ‘prikkelen’ (zie weer de oude vert.); dat zou ze ontmoedigen. Niet zo moeilijk hier allerlei voorbeelden bij te bedenken. Als je niet wilt dat je kind gaat roken, stop dan eerst zelf. Wil je ze leren niet te veel alcohol te drinken, hou dan zelf maat. Wil je niet dat ze op anderen schelden maar zit je zelf te foeteren op iemand die voor je rijdt en niet opschiet? Dan ondermijn je je eigen geloofwaardigheid! Opvoeden is niet dat jouw kinderen zich aan jóuw regels houden. Het is eerder dat jij je aan je eígen regels houdt. Doe je dat niet, dan prikken vooral pubers daar feilloos doorheen! Pubers zijn niet lastig, ze zijn vaak vooral oprecht. Dat is de sfeer van Paulus’ woorden: terg je kinderen niet.

En hij zegt dit allereerst tegen vaders, niet voor niets. Moeders, zeiden de oude Griekse wijsgeren al, voelen hun kinderen al van nature aan. Negen maanden groeit een kind in je, als iets van je eigen lijf, wat kan ooit hechter zijn dan dat? Vaders kríjgen een kind, als volledige mens. Zij moeten zich dus meer inspannen om net zo’n diepe verbondenheid op te bouwen. Zo heeft God het geschapen, en in een door de zonde aangetast leven wordt dat een extra opgave.

Daarnaast zijn vaders vaak meer gericht op wat zij willen bereiken. Eerder ‘kort door de bocht’, je wilt meer jouw gezag laten gelden. Ik heb zelf vaak genoeg die spiegel voorgehouden gekregen, door mijn eigen kinderen. Dan nam ik te weinig moeite voor echte aandacht. Terwijl ik wel verwachtte dat de dingen op mijn manier moesten. Deze waarschuwing is dus allereerst voor de vaders. Maak je kinderen niet ‘moedeloos’, zegt Paulus. Kinderen zijn gauwer ontmoedigd dan bemoedigd. Jongeren zijn kwetsbaar, heel wat volwassenen lopen nog altijd met schade rond uit hun jeugd.

Het mooie van Gods geboden is dan ook, dat Hij het altijd ook omkeert. Niet alleen kinderen moeten luisteren, ook ouders moeten hun kinderen serieus nemen. Kinderen en ouders, een tweezijdige relatie door de liefde van de Heer.

4. Zo mogen we ook leren samenleven als gemeente

‘Eer je vader en je moeder’, dat is in de Bijbel nooit eenrichtingsverkeer dus. En dat wordt dan een levenshouding, die ook je samenleven met alle mensen gaat veranderen. Omgaan met generatieverschillen gaat niet vanzelf. Pas hoorde ik een oudere zeggen: mijn zoon wil niet met me praten over geloven en kerk. We krijgen steeds onaangename discussies, daar houden we maar mee op. Maar toen zei hij nog iets, en dat trof me: misschien ben ik ook wel eens wat negatief. Wat een eerlijke erkenning van een ouder iemand, en wat wijs!

Hoe gaan we met elkaar om, als verschillende generaties? Generaties vervreemden steeds meer van elkaar. Begrijpen wij elkaars keuzes? Waar voor ouderen de kerk centraal stond, lijkt dat bij jongeren anders te zijn. Zij leven veel meer vanuit hun individuele keuzes. Hun leven speelt zich niet meer alleen af binnen dorp en kerk. Dat is fors wennen voor heel wat ouderen. Als je in een veilige gesloten wereld bent opgegroeid, heb je je oordeel zo maar klaar. Maar slik dat oordeel nu eens in en probeer eerst oprecht te luisteren. Naar wat die jongeren bezighoudt, waar hun vragen liggen, hoe ze hunkeren naar een wijs woord. (In A: We organiseren generatiegesprekken, grootouders en kleinkinderen gaan met elkaar in gesprek. Als diezelfde liefde van Christus onze bron is, kunnen dat prachtige gesprekken zijn. Waarin je elkaar verrijkt en bemoedigt!)

(Ook in A (doopbediening): Je mag hopen en bidden dat deze kindjes in zo’n gemeente mogen opgroeien. Wat prachtig dat we als gemeente mochten instemmen zo juist met hun doop. Denk daarbij ook eens aan het doopformulier dat eindigt met een oproep aan de gemeente. Samen getuige van de doop van kinderen beaam je dan, dat we hen zullen omringen. “Met ons voorbeeld en met onze voorbede”!

Zo mag Gods huis de gemeente groeien, als een gemeenschap waar liefde woont. Generaties als een keten van Gods liefde. “Hoe goed is het als dat werkelijkheid wordt: dat kinderen en ouderen als een familie samenwonen”!

Amen.

Liturgie

Bij God komen

Votum & groet

Ps. 95, 1.3 (GK 2017) “Kom, laat ons juichen voor de Heer”

Bede om vergeving en Genadeboodschap:

Psalmen voor Nu 130 “Uit de diepten roep ik U”

Bij Hem zijn

Gebed om de opening van het Woord en de verlichting van de Heilige Geest:

Gez. 314, 1.3 (NLB 2013) “Here Jezus, om uw Woord”

Bediening van de doop:

  • Lezing form. 1
  • Vragen
  • Lied: “Zegen voor de kinderen” (Sela)
  • Doopbediening
  • Ps. 103, 5.7 (GK 2017) “Zoals een vader liefdevol zijn armen”
  • Overhandiging doopkaart
  • Oproep aan gemeente
  • Lied: “Gods zegen voor jou” (Sela)
  • Dankgebed

Bijbellezing: Kol. 3, 12-15

Preek (over Kol. 3, 20-21)

En weer gaan

Ps. 133, 1.3 (GK 2017) “Kom, zie, hoe goed, hoe lieflijk is ’t als zonen…”

Leefregel: Ef. 6, 1-4

Dankgebed & voorbeden

Collecte

Gez. 228 (GK 2017) “Jezus leeft in eeuwigheid”

Zegen

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *