Bidden = het dankgebed uitspreken voor het Levende Brood uit de hemel – preek over Johannes 6, 5-15 (biddag)

Vandaag kwam de teller van de totale wereldbevolking op ruim 7,6 miljard mensen. Hoe moeten al die mensen ooit te eten krijgen? Wetenschappers zeggen, dat er genoeg eten is voor iedereen. Toch zijn er van die 7,6 miljard ruim 825 miljoen ondervoed. Er zijn vandaag 20.000 mensen gestorven door honger. Er is genoeg, maar miljoenen krijgen het niet. Dat komt eenvoudig, doordat het rijke deel van de wereld veel te veel heeft. Er worden zelfs tonnen aan voedsel weggegooid. Intussen kopen grote bedrijven uit China en het Midden-Oosten gigantische gebieden op. In Afrika worden bossen ter grootte van Duitsland gekapt om landbouwgrond aan te leggen. Doen ze dat om hun groeiende bevolking te voeden? Helaas niet, het gaat ze vooral om het geld. Ooit was olie het ‘zwarte goud’, nu is voedsel bezig het nieuwe goud het worden. Het zal niet lang meer duren voordat eten onbetaalbaar wordt. Opnieuw zal dat voor rijke mensen en landen geen probleem zijn. Wel voor het arme deel van de wereld, waar nu al honger heerst.

Bij het Meer van Tiberias zit een enorme menigte mensen in het gras. Jezus zegt tegen Filippus: Waar kunnen we brood kopen om deze mensen te eten te geven? Filippus reageert geschokt: hoe moeten we ooit vijfduizend man voeden?! Er komt nog een jongetje tevoorschijn, met vijf broden en twee vissen. Dat is alles wat er aan voedsel te vinden is daar op dat moment. Jezus pakt dat aan. En dan, lees je, spreekt hij het dankgebed uit! Veel mensen zijn gewend te bidden voordat ze gaan eten. Waarom doen we dat? Ik hoorde van een ouder iemand die arm was opgegroeid ooit eens een prachtig verhaal. Ze zaten aan tafel om te eten. Maar er was eigenlijk niets te eten. Toch ging de moeder van het gezin bidden (de vader was als visser op zee verdronken). “Geef ons heden ons dagelijks brood”, bad ze eerbiedig. Toen ze amen had gezegd, werd er op de deur geklopt. Daar stond de buurman, met een brood, vers gekocht bij de bakker. Dat is nog eens gebedsverhoring! Maar wij, waarom zouden wij bidden voor het eten?

Jezus bidt ook niet, hij spreekt een dankgebed uit. ‘Het’ dankgebed, staat er. De Joden baden niet voor het eten, ze dankten. Er was genoeg (al zijn er in de tijd van het O.T. zeker ook tijden van hongersnood geweest). En omdat er genoeg is, overvloed, rijkdom, bid je niet om voedsel, nee, je dankt. Natuurlijk is dat geen tegenstelling. Wij gaan vandaag ook bidden. Waarom? Omdat we vooral veel hebben om voor te danken. We leven in vrijheid en welvaart. Niemand hier is bang dat hij/zij morgen geen eten heeft. Al zijn er ook, die zijn aangewezen op hulp en steun. Maar bidden doen we toch vooral omdat we daarmee God als de gever erkennen.

Jezus spreekt het dankgebed uit. Zo wordt dat voedsel meer dan gewoon eten. Soms doen mensen alsof ze recht op eten hebben. Met dit dankgebed laat Jezus zien, dat geen mens ergens recht op heeft. Als je eten en drinken hebt, krijg je dat, van God. Dit dankgebed is de erkenning dat God de gever is. Zo wordt dat gewone dagelijkse voedsel meer dan brood, het wordt gewijd. Het wordt heilig, het komt uit de hemel. Die oudere die armoede gekend had, vond het altijd vreselijk als er eten weggegooid werd. Hij bewaarde de restjes, en at het de volgende dag of dagen. Gelukkig hoor ik dat tegenwoordig ook nog vaak, heel wat mensen doen dat nog steeds. Eten weggooien is iets heiligs weggooien. Door je dankgebed is het geheiligd. Jakobus zegt: “Iedere gave die goed, en elk geschenk dat volmaakt is, daalt van boven neer, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer” (1,17 oude vert.). En Paulus zegt: Alles wat God geschapen heeft is goed. Niets hoeft te worden verworpen als het onder dank wordt aangenomen, want het is geheiligd door het woord van God en door het gebed (1 Timotheus 4, 4-5).

Dus daarom dat dankgebed: Jezus zegent en wijdt dat voedsel, tot iets heiligs, iets hemels. Dat het uit de hemel komt, wordt dan ook duidelijk. Want daarna blijft hij maar delen: vis na vis, brood na brood. Vijfduizend man krijgen de maaltijd van hun leven! Met volle magen gaan ze straks naar huis. Er is genoeg voor iedereen, meer dan genoeg zelfs. Er blijven twaalf manden met eten over! En denk maar niet dat dat aan de eendjes gevoerd wordt!

Wat laat Jezus hiermee zien? Dat God de Schepper is, die mens en dier voedt, met meer dan genoeg. En dat die onbalans in de wereld van vandaag niet OK is. Gods nieuwe wereld is een wereld van overvloed. In het koninkrijk van de hemel zullen we in eeuwigheid geen honger en dorst meer hebben! Daarom is Jezus het Levende Brood dat uit de hemel neerdaalt (vers 35!).

Wat heeft het arme deel van de wereldbevolking daar vandaag aan? Nou, Gods nieuwe wereld begint hier, bij u en jou, onderdanen van zijn rijk. Als jij Jezus als je Heer kent, wordt danken je levenshouding en geven je levensstijl. Wij rusten niet voordat de laatste monden gevuld zijn. Al zijn het er 825 miljoen! Als jij werkelijk gered bent, is geven en delen jouw levenswijze geworden. Iets daarvan zien we in de Sarfatpakketten die hier klaar staan. Iets daarvan zien we ook in de koffieochtenden en maaltijden elke maand in deze kerk. Iets daarvan zie je aan kerken die uitgiftepunt zijn voor de Voedselbank. Iets daarvan zie je in de liturgie van de collecte, die altijd diakonaal hoort te zijn. Zo ziet de wereld iets van het koninkrijk dat in Jezus aangebroken is.

De mensen die brood krijgen en vis, zijn stomverbaasd en diep onder de indruk. En wat zeggen ze? Hij moet wel de profeet zijn die in de wereld zou komen… Dat zegt iets over de hooggespannen verwachtingen bij Gods volk in die tijd. Ze wisten niet precies hoe of wat, maar ze geloofden: eens komt de profeet. ‘De’ profeet, ze hebben het over iemand die in de heilige boeken is aangekondigd. Dat kwam onder meer uit de profetieën van Jesaja over de ‘Dienaar van de HEER’. Ze gissen ernaar: zou deze Jezus dat zijn? Het moet wel! Zoiets groots hebben we nog nooit gezien! En zo breekt het geloof door: Gods nieuwe wereld breekt aan!

Als u en ik in deze Heer geloven, staan we anders in deze wereld. ‘De’ profeet van God, die komen zou, zit nu op de troon. Deze wereld, zo in onbalans, is op weg naar zijn dag! Dan zal hij alle monden vullen, en de harten, met licht en liefde.

Amen

Joh. 6, 5-15 Joh. 6, 5-15

 

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *