Een engel in de straat!
Geen mens die haar ziet. Dat heb je met engelen, je kijkt dwars door ze heen. Maar ik zie haar, bijna elke dag. Daar loopt ze weer. Ze mummelt in zichzelf. Ze rookt een sigaret. Ook als de regen neerklettert en de wind haar striemt. Ze heeft een hoofddoek omgeknoopt, een sliert nat grijs haar plakt op haar wang. Haar jas zit scheef, ze loopt op pantoffels. Altijd heeft ze een versleten boodschappentas bij zich. Ze loopt haastig, alsof de winkels bijna gaan sluiten, haar hoofd naar beneden, kijkend naar de grond. Ineens bukt ze zich, mompelt in zichzelf (iets...