Zeven woorden van vrede – Goede Vrijdag 2015 (Lucas 23/Matteus 27/Johannes 19)

Bij het tweede kruiswoord (Lucas 23, 39-43)

Als ik mijn hele leven zonder God heb geleefd, wat als ik dat nu ineens wel doe? Ze lag daar, doodziek, haar einde naderde, ik sprak haar in een hospice. God kijkt niet naar uw hele leven, hij wil je leven geven, in het zicht van de dood. Ze bleef erbij, en stierf die nacht.

Hoeveel geloof is genoeg om gered te worden? Zo praten we wel eens: je kunt toch ook op het allerlaatst in Jezus geloven? Dat lijkt sommigen wel wat: in Jezus geloven kun je altijd nog. En mensen die van het geloof afvallen, die kunnen altijd nog terug. Maar is jouw geloof ooit ‘genoeg’, al geloof je je leven lang?

Twee misdadigers. De één spot met alle anderen mee: hé jij, zo genaamde Christus, red jezelf dan, en ons? Sommige criminelen hebben geen greintje spijt, zelfs niet van de grofste misdaden. Ook deze ene gehangene is totaal afgestompt, zijn geweten is dood. Hoe kan zoiets: als je daar hangt, bijna dood?! Intense haat moet hem vervullen, tegen alles en iedereen.

Kijk dan eens naar zijn maat. Ook een crimineel, net zo één: daarin verschillen ze niet. Maar hij reageert anders. Dat heeft te maken met zijn hart: dat is niet versteend van haat. Hij draagt zijn straf, en erkent: wij hangen hier terecht, ons verdiende loon. Hij kijkt anders, ziet iets anders. Iets heeft hem geraakt, recht in zijn hart. Zo juist heeft hij Jezus horen bidden: “Vader, vergeef hun.” Bidden voor je vijanden, om vergeving vragen voor je beulen! En dat als volkomen onschuldige!

Deze man ziet meer. Hij ziet: God! Hij ziet een koning! Niet één die niet redden kan, zoals de mensen schreeuwen. Maar een koning op doorreis, naar Gods paradijs. En wie gelooft mag met hem mee, onmiddellijk. Vlak voor sluitingstijd zelfs!

Deze man gelooft, hij gelooft… genoeg. Niet dat zijn geloof zelf ‘genoeg’ is. Het gaat om wát hij gelooft: deze rechtvaardige is de messias, de redder, zijn redder! Inderdaad, Jezus redt niet zichzelf. Hij redt wel anderen. Dat was zijn missie. Tot op zijn kruis gaat hij daar mee door.

Geen moeilijke vragen meer stellen: waar je bent als je sterft, wat je weet, ziet, bewust bent. Aan dit ene kruiswoord zijn al te veel grote woorden opgehangen. Jezus geeft straks zijn geest in zijn Vaders handen. Ook wij mogen weten: God ontfermt zich over onze gestorvenen! Hij vangt je op aan de andere kant, je bent voor altijd veilig.

Is jouw geloof ooit ‘genoeg’? Jezus’ dood is dat wel. Genoeg om te geloven: ik ben met hem gekruisigd, ik de misdadiger. Maar ook: met hem opgestaan, een nieuwe mens! Een misdadiger in de herkansing.

 

Bij het vierde kruiswoord (Matteus 27, 45-46)

Duizenden toeschouwers bij The Passion. Een “fragmentarisch verteld Bijbelverhaal, vertolkt in moderne liedjes, versneden met ‘actualiteit’ van ‘verslaggeefster’ Bridget Maasland: zie er maar in te geloven”, aldus de Volkskrant.

Wie weet wat er gebeurt er op Golgotha, wat er echt gebeurt? Drie uren duisternis: valt de natuur stil, als bij een totale zonsverduistering? Veel erger. In het voorgaande zie je hoe Christus steeds verder alleen komt te staan. Zijn leerlingen laten hem alleen, Petrus neemt afstand van hem. De volksmassa schreeuwt: aan het kruis met hem! Rondom het kruis dagen ze hem uit: laat dan zien dat je Goddelijke macht hebt! En dan, dan is het ineens alsof ook God zich terugtrekt. De mensen laten hem in de steek, ook uit de hemel komt geen teken meer. En dat drie uren lang, drie uren waarin er niets gebeurt.

Dat is het wat er gebeurt: niets! Dat is het vreselijke! Wat gebeurt er? Niets! Het licht valt uit en Jezus wordt gelaten waar hij is. Alleen met zijn vijanden. Voorwerp van spot en vernedering.

En midden in die verstikkende duisternis, dat bodemloze niets, roept hij dit: “Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?!” Jezus schreeuwt dat uit, in zijn moedertaal, Aramees. Teken van  heftige emotie: het uitschreeuwen doe je in je moedertaal. Het kind roept zijn Vader in de taal van zijn moeder.

En hij wil dat iedereen het hoort. Want hij kiest die woorden, bewust: het zijn Bijbelwoorden. Psalm 22 vertolkt dat gevoel dat je soms ook herkent in jouw leven. God die zo ver weg is, niet reageert, niet ingrijpt.

Dat gebeurt hier: God grijpt niet in! De hemel zwijgt bij het lijden van de Rechtvaardige. Ik begrijp die God niet: waarom grijpt hij niet in als onschuldigen onrecht lijden? Als ik zelf vastloop in angst en eenzaamheid? Gods ‘toelatende wil’? Praat me er niet van!

Toch is het zo. God laat zijn Zoon over aan zijn vijanden. En Jezus schreeuwt het uit. Iedereen moet horen dat Gods hand in dit lijden is! God die zijn Zoon overgeeft in de handen van de mensen, van de vijand.

Dit ‘waarom’ is geen vraag, het is een klacht. Geen aanklacht van God, wel van ons, zondaren!

Geen moeilijke vragen nu: is dit dan die z.g. ‘nederdaling ter helle’? Het is een mysterie: wie weet wat de hel is? In ieder geval dit: totale Godverlating. Alleen zijn, overgeleverd aan de Boze, de duisternis. Daar hoor ik thuis, u en jij. Maar Christus ging die weg, en de Vader liet hem gaan, de duisternis in, alleen. Zo geeft hij jou het licht, het leven. En de kerk, wij, zegt: Christus is door God verlaten, opdat wij nooit meer door God verlaten zouden worden!

 

Bij het vijfde kruiswoord (Johannes 19, 28-29)

De Oekraïense pilote Nadesjda Savtsjenko zit vast in een Russische gevangenis. Sinds half december in hongerstaking, inmiddels op beperkt dieet. Zonder eten kun je een aantal weken overleven. Zonder water of vocht sterf je in een paar dagen. Het hangt af van je conditie, van de omstandigheden.

En juist die omstandigheden, die zijn voor gekruisigden slecht. Urenlang hangen in de brandende zon. Ondraaglijk moet je dorst zijn. Dorst!, roept Jezus.

Waarom, als hij eerst drinken weigerde? “Om de Schrift geheel in vervulling te laten gaan”? Sommigen zien dit als verwijzing naar Psalm 69. “Ze mengden gif door mijn eten en lesten mijn dorst met azijn.” Maar kun je hier van een vervulling spreken? We moeten eerder denken aan de totale Schrift. Het hele plan van God: Christus’ lijden en sterven, offer voor de zonden van de wereld. Gods programma voor de messias, beschreven in het hele Oude Testament. Alles wat daarin verwijst naar het ene offer, en naar de lijdende dienaar van de HEER.

Nog één keer moet iemand zijn lippen verfrissen, zijn tong van zijn gehemelte losmaken. Zodat hij met die aller-, allerlaatste krachtsinspanning nog twee dingen kan roepen. Het eerste is één woord: “volbracht!” Het tweede een laatste gebed: “Vader, in uw handen leg ik mijn geest”. Met beide geeft de Zoon zijn leven aan de Vader terug. Zijn voltooide leven, zijn volbrachte missie. Zijn leven dat één groot offer was aan God. Volmaakt gehoorzaam, zuiver en heilig. Zoals vóór hem geen mens ooit was en na hem zijn zal. Een leven dat voor God alles betekent: aanvaardbaar als offer voor de zonden van de wereld.

Dorst: kennen wij dat? Godverlating ja, je kunt er iets van voelen, in de diepten van je leven. Dorst, ook dat kun je ervaren. Niet de dorst van een man die bezweet thuis komt en de koelkast opentrekt voor een biertje. Nee, dorst door dat gat in je ziel, die onvrede die knaagt in je hart. Geen vrede vinden, geen rust, geen balans, geen… vervulling.

Waar zoek je naar in je leven? Deze dorstige rechtvaardige gekruisigde is je enige redder. Voltooid!, roept hij. Gods plan is klaar, en wij, wij zijn vrij. Jouw leven: ook voltooid, in hem.

 

PPGoedeVrijdag 2015 kopie PPGoedeVrijdag 2015 v4

 

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *