Weer naar school! – Preek over Kolossenzen 3, 15-17

Morgen weer naar school… Heb je er zin in? Of had je liever vakantie? Lekker vrij, leuke dingen doen, een heerlijk leventje. Naar school, dat is weer elke dag vroeg op, lezen, rekenen, stil zitten. Maar misschien heb je er juist wel veel zin in. Fijn om de kinderen van je klas weer te zien! Of misschien ga je voor het eerst naar school! (Wie? Ga maar even op je stoel staan…). Spannend, maar ook best fijn: nieuwe dingen leren, lezen misschien. Misschien krijg je een nieuwe juf (meesters zijn er niet zo veel).

Als je naar de kerk gaat, ga je eigenlijk ook naar een soort school. En hier is eigenlijk ook een soort meester. Niet de dominee, nee, die meester is Jezus! Vanmorgen gaat het over meester Jezus. Dat we bij hem mogen komen, om te leren. Kijk maar in je Bijbel: Laat Christus’ woorden in je wonen; onderricht en vermaan elkaar. Onderrichten, dat is onderwijs geven, leren; net als op school. Jullie gaan morgen naar school, vanmorgen gaan we het ook over een soort school hebben. De school van Jezus. En net als op school gaan we nu ook woorden leren: de woorden van Jezus.

 

Leer de woorden van Meester Jezus:

Dan zal hij in je wonen (1); dan gaan we elkaar leren (2); dan gaan we zingen en danken (3)

1

Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in je wonen. Eigenlijk staat er niet ‘woorden’ (meervoud), maar ‘woord’ (enkelvoud). Dat is wel belangrijk. Want bij Christus’ woorden denk je aan alles wat Jezus gezegd heeft toen hij op aarde was. Zoals in de bekende Bergrede, of zijn gelijkenissen, of zijn afscheidswoorden (Joh. 14-16). Zijn uitspraken dus, en onderwijs.

Maar nee, dat is hier niet bedoeld. ‘Het’ woord van Jezus, is dat dan de Bijbel? Ja, en nee. Zeker, je kunt de Bijbel het Woord van Christus noemen: het Woord over Christus. Want de hele Bijbel gaat over Christus. In het Oude Testament gaat het erover dat hij zal komen. In de Psalmen, de profetieën, maar ook in de offers, wijst alles naar hem. Jezus zelf heeft dat ook zo uitgelegd aan zijn leerlingen. In Lucas 24, direct na zijn opstanding, zegt hij (tegen die twee uit Emmaüs; in de BGT): Wat zijn jullie toch dom! Waarom geloven jullie niet wat de profeten gezegd hebben? En Jezus legde hun uit wat in de heilige boeken (= de Bijbel, ons Oude Testament!) stond. Hij begon bij de boeken van Mozes en al de profeten. In het Oude Testament gaat het over dat zal komen, en in het Nieuwe dat hij gekomen ís.

Zie je: de Bijbel, al vanaf het Oude Testament, is het woord van Christus, het boek over Christus. Jezus is de vervulling van de hele Bijbel, zelfs de eigenlijk inhoud ervan. Dus als Paulus het hier heeft over ‘het’ woord van Jezus, kán hij de Bijbel bedoelen. En de les die hij ons dan wil leren, zou dan zijn: lees je Bijbel, elke dag! Op zich een goede les: de Bijbel is de bron voor ons geloof. Hoe intensief ben jij met die Bijbel bezig in je leven? Zet het eens af tegen de hoeveelheid tijd die je besteedt aan social media. Ben jij net zo vertrouwd met Gods Woord als met fb en Instagram? Ben je nieuwsgierig naar Gods Woord? Verlang je ernaar om daarin steeds weer nieuwe schatten te ontdekken? Van Gods liefde en grootheid, of van wijsheid, hoe je moet leven als christen? En verdiep jij je in de Bijbel, bouw je Bijbelkennis op, zodat je weet waar je die wijsheid vinden kunt?

En toch…, toch is de Bijbel geen boek om kennis te vergaren, zoals kennis die je op school leert. Kan dat ook een valkuil zijn, in de manier waarop we soms met de Bijbel bezig zijn? Hebben we niet soms de neiging de Bijbel te zien als boek waaruit je standpunten vormt? Bijvoorbeeld over vrouwelijke ambtsdragers, samenwonen, echtscheiding, etc. Ik zeg niet, dat de Bijbel ons daarover niets leert. Integendeel, de Bijbel wijst ons soms duidelijke wegen (al is het soms ook ingewikkeld). Maar ‘woord van Christus’ is meer dan kaal de Bijbel. Wij geloven niet in een boek, zoals Mohammed de christenen ‘de mensen van het boek’ noemde. Wij volgen geen boek maar een persoon, Jezus.

Dat was juist wat Paulus keer op keer benadrukte in deze brief. Richt je op Christus, in de hemel (1); Christus alles in allen (11); Laat in uw hart de vrede van Christus heersen (15). In die lijn moet je vers 16 lezen: laat Christus’ woord in alle rijkdom in je wonen. Dat woord, dat is niet alleen het Woord óver Christus, de Bijbel waarvan hij het hart is. Meester Jezus leert ons geen Bijbelteksten, die je uit je hoofd kunt kennen. Je leert hem zelf kennen, met je hart.

Ik wil daar geen tegenstelling van maken, maar wel een volgorde aanbrengen. Jezus leren kennen, en vanuit die relatie Gods Woord lezen en gebruiken. Christus’ woord, in al zijn rijkdom: dat is dus de overvloed van Gods liefde. Dat je leert leven van zijn genade, die je in Christus ontvangt. En die door zijn Geest in je een kracht is die je vernieuwt. Vergeet niet dat het hiervoor ging over die nieuwe mens. Ben je door geloof met Jezus verbonden, dan word je een nieuwe schepping. Een mens in nieuwe kleren, lijkend op Jezus. Daar ging het de vorige keer over: Gods genade is, dat we nieuwe mensen zijn. En dat je daarin groeit, omdat Gods genade en Geest in je leven aan het werk zijn.

Christus’ woord, dat is dus zijn kracht, zijn Geest die je vernieuwt en verandert. Bijbelstudie is niet genoeg. De Farizeeën kenden hun Bijbel ook, uit hun hoofd. Maar toen Jezus voor hen stond, wilden ze hem niet aannemen, met hun hart. Toen zei Jezus: u bestudeert de Schriften, om daarin eeuwig leven te vinden. Nu, het mensgeworden woord, dat ben ik, het levende Woord. Gods Woord, dat is niet maar een mededeling. Gods Woord, dat is een belofte. En dus tegelijk een daad: wat God zegt gebeurt. Daarom is ‘het woord van Jezus’ meer dan de Bijbel waarvan Christus de inhoud is. ‘Het woord van Christus’ is de daad waarmee hij zichzelf aan jou geeft. Het is de manier waarop hij persoonlijk in je leven aanwezig wil zijn, door zijn Geest en woord. Zo gaat Jezus zelf “in al zijn rijkdom”, met zijn overvloedige genade, in je wonen. En je steeds meer vervullen, zodat je leeft uit zijn licht, liefde, genade.

Denk daar ook maar aan, als straks ook de catechisaties weer beginnen, ook een soort school. Het gaat erom, dat Jezus in de harten van al die jongeren gaat wonen. Zodat jullie gaan voelen: God houdt van mij, ik ben van hem, ik wil me ook zelf aan hem geven.

2

Dit gezegd zijnde, wil ik nu aandacht geven aan de ouderling die vanmorgen bevestigd wordt. Je kunt deze opeenvolging van woorden in vers 16/17 ook zo weergeven: Laat Christus’ woord in al zijn rijkdom (en kracht) in je wonen, zodat we elkaar onderrichten en vermanen in alle wijsheid, en zingen (en (…) God danken.

Wat is een goeie ouderling? Ouderlingen moeten geestelijk leiding geven, zeggen we wel eens. Hoe doen ze dat dan? Doen ze dat door goede bestuurders te zijn? Of door ons voor te houden hoe we als christen moeten geloven en leven? Hier zie je, dat onderrichten en vermanen liggen in de lijn van vervuld zijn van Christus. Zónder Christus wordt onderrichten elkaar de les lezen. En wordt vermanen elkaar Gods wetten voorhouden. Maar is dat wat Jezus wil: ouderlingen die de gemeente moraliserend toespreken? Uiteraard niet, een goeie ouderling is iemand die overduidelijk vol is van Jezus.

Overduidelijk: dat viel op, daarom is hij gekozen, vanwege zijn band met Jezus. O, geen enkele ambtsdrager zal dat van zichzelf zeggen. Maar ook dat is een houding die Jezus in je aanbrengt: bescheidenheid, nederigheid. Toch moeten het mensen zijn die opvallen. Mensen aan wie je voelt en merkt dat ze zich door Jezus laten leiden. Zulke mensen hebben we nodig vandaag. Geen bestuurders die alles strak regisseren. Maar mensen vervuld van de Geest van Jezus.

Dán wordt dat onderrichten en vermanen iets waarin we Jezus zelf gaan herkennen. Dat is geen softe aanpak of vrijblijvend praatje. Een ouderling die dicht bij God leeft, heeft de moed om heikele punten aan de orde te stellen. Jouw kerkgang, jouw huwelijksleven, jouw eet- en drinkgedrag, jouw taalgebruik, jouw verslavingen. Hoe wordt in jouw leven Gods genade concreet zichtbaar? Dat is waar het hier telkens om gaat. Paulus schrijft in Ef. 5, dat wij kinderen van het licht zijn. Dan moet alles in je leven aan het licht komen, en wat duister is opgeklaard worden.

En om zulke gesprekken te voeren is niet alleen moed nodig, maar ook wijsheid, zegt Paulus. Alweer: welke keuzes we moeten maken, wordt niet alleen met Bijbelteksten beslist. Het is veel meer een zaak van wijsheid door Gods Geest; de wijsheid van Jezus. Geen voorgeprogrammeerde standpunten of rechte lijnen als linialen langs een mensenleven. Maar een zoekende houding, biddend om leiding van Gods Geest, inzicht in Gods Woord voor nu.

Dat is de houding die een ouderling past. En ons allen, want een ouderling heeft bijzondere verantwoordelijkheid. Maar in woorden, doen en laten laat hij zien wat álle christenen moet kenmerken. Hoe zijn dan onze gesprekken, bijvoorbeeld op wijkkringen? Vrijblijvend, gebabbel over de kerk, de dominee, de kerkenraad? Dat is allemaal niet waarvoor de gemeenschap van christenen bedoeld is. Elkaar onderrichten en vermanen met wijsheid van Christus, dat is wat er moet gebeuren. Zouden onze gesprekken en omgang dan niet nog rijker en dieper kunnen worden?

3

En dan het laatste, en dat komt hier als vanzelf uit voort: we gaan God ook prijzen en danken. Dat gebeurt als Christus’ belofte en Geest overvloedig in ons wonen: we gaan zingen: Psalmen, gezangen, nieuwe liederen door de Geest ingegeven.

Hier zie je een stukje van vroegchristelijke liturgie. In het samenkomen van de gemeente gaf ieder die dat wilde een lied op. Of mensen begonnen spontaan zelf te zingen, nieuwe liederen die ter plekke ontstonden. Hebben wij onze erediensten daar niet te strak voor afgeschermd? Alsof we bang zijn voor verrassingen? Ik pleit er heus niet voor om onze erediensten op slag om te gooien (wel om deze woorden meer serieus te nemen). Waar komt toch die angst vandaan voor het onverwachtse? Zijn wij echt nieuwsgierig en verlangend naar wat Gods Geest kan doen? Ook als dat ineens totaal nieuw zou zijn? Durven we het aan langzaam maar zeker wat vrijer te worden? Open voor wat de Geest ons zo maar kan ingeven? Wat kan er mis gaan, als Jezus’ woord, dat is zijn liefde en wijsheid, ons daarbij blijft leiden? Zoals Paulus ook de gemeente van Korinthe leerde. Inderdaad, daar werden de samenkomsten een chaos. Vooral omdat de ingevingen van de Geest werden misbruikt om zelf in de picture te staan. Showtime: dat was wat mensen kennelijk bezielde, niet de opbouwende Geest van Jezus.

Zo ver is het bij ons nog lang niet. Laten wij nu maar eerst verder gaan op de ingeslagen weg. Liturgie dichter bij het hart, preken op de man af, zonder ergens omheen te draaien. Alles in de naam van de Heer Jezus, zegt Paulus. Dat is: in de lijn, de sfeer, het klimaat van de liefde en dienstbaarheid van onze Redder. En zo tot eer van God!

 

Amen

 

Kol. 3, 16-17 Kol. 3, 16-17

 

 

 

 

 

 

 

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *