Toch… – Preek over Habakuk 3, 17-19 (huwelijksbevestiging)

Preek gehouden bij de huwelijksbevestiging van NN en NN.

Pas las ik een prachtig boekje: Een jihad van liefde. Door iemand geschreven na een gesprek met Mohammed El Bachiri. Mohammed is metrobestuurder in Brussel. Hij verloor zijn vrouw Loubna, bij de bomaanslag in station Maalbeek, op 22 maart 2016. Mohammed blijft achter, met drie zoontjes, van tien, acht en drie. “Als een kapitein op een schip met drie matrozen”, zegt hij, “op een oceaan van verdriet”. Vorig jaar vertelde hij zijn verhaal, vlak voor Kerst, op de Belgische televisie. En wat dacht je: zat hij stikvol haat en wraakgevoelens? Nee, het verhaal dat hij vertelde is een verhaal van intense liefde voor zijn vrouw, van verdriet omdat hij haar mist, ook als moeder van zijn kinderen. En: een verhaal over vergeving, respect voor iedereen, christen, niet-gelovig, of moslim.

In het boekje legt hij het woord jihad uit. Het betekent strijd. Niet strijden met geweld, tegen niet-moslims en ongelovigen, dat noemt hij een misleidende uitleg van het woord. De eerste en oorspronkelijke betekenis is: strijd tegen verkeerde neigingen in je eigen hart. Mohammeds verhaal is een streep door wraak, haat en geweld, en een pleidooi om de geweldsspiraal te doorbreken met liefde en vergeving.

Waarom vertel ik dit? Nou, ik dacht zo, jullie zijn allebei bezig met strijd. De één bij de ‘strijdkrachten’, de ander bij ‘misdaadbestrijding’. Jullie zijn allebei op je eigen manier betrokken bij strijd, tegen onrecht, haat, geweld, misdaad. Jullie opleiding en werk ís onrecht en misdaad bestrijden. Maar waarmee bestrijd je het kwaad in de wereld nou echt? Met wapens? Met gevangenisstraffen?

Mij viel in ons voorgesprek iets anders op. Iets wat ik ook in dat boekje vond. Als militair word je opgeleid tot vechtjas. Bij misdaadonderzoek werk je eraan mee, dat iemand die schuldig is achter de tralies verdwijnt. Maar waarom doe je dat? En hoe? Je doet het om mee te werken aan een betere wereld. En militairen worden op missie gestuurd om vrede te brengen. En je doet je werk oprecht, betrouwbaar, eerlijk. En zo is het prachtig werk, van jullie allebei!

En nu lezen we vanavond een stukje uit het Bijbelboek Habakuk. Habakuk was een profeet in Israël, zo’n 650 jaar v. Chr. Het is een heel klein geschriftje in de Bijbel, maar drie hoofdstukken. Maar het is één intens gebed, een worsteling met God, tussen hoop en vrees. Die Habakuk, van wie we verder weinig weten, is bang en angstig. De wereld staat in brand. Hoofdstad Samaria van het noordelijke deel is al platgebombardeerd, door de Assyriërs. En nu ligt Jeruzalem onder vuur, van de Babyloniërs. Dat kleine landje Juda, ministaatje in Israël, is kansloos.

En Habakuk ziet dat allemaal aankomen. En hij roept tot God: Heer, heb medelijden met ons! Dit gaan we niet overleven! Het stukje dat we lazen is maar een knipseltje. Eigenlijk moet je het vers ervoor ook lezen, vers 16. Daar zegt Habakuk: Toen (God) mij zijn plannen liet weten, beefde ik, mijn lippen trilden. Ik voelde me slap, ik kon niet meer staan (letterlijk: stond te trillen op m’n benen).

En wat daarin zo opvalt, is dat het God zelf is die die Babyloniërs stuurt! Als je in God gelooft en de Bijbel kent, dan weet je: zulke dingen gebeuren maar niet toevallig. Nee, op de een of andere manier zit God daar achter. Hij leidt de geschiedenis en bestuurt de wereld. Die Babyloniërs kwamen op dat kleine landje af, als een Godsoordeel. De God van de Bijbel is een God die onrecht straft, die woedend wordt als mensen elkaar kapot maken, als rijken armen uitbuiten, machthebbers corrupt zijn en zich verrijken over de ruggen van hun eigen volk. En dat was gaande in Israël en Juda. En daarom laat God zijn eigen land en volk overspoelen door vijanden en plunderaars. Verschrikkelijk!

Want juist dat beangstigt Habakuk zo. Dat Gods eigen mensen zwaar te lijden zullen krijgen. Als die naderende legers straks Jeruzalem platgooien, gaan er duizenden slachtoffers vallen. De goeden zullen lijden door Gods straf over de kwaden. Ook onschuldigen, kinderen, bejaarden. In dat licht (beter: onder die schaduw) staat dit laatste stukje van Habakuk. Hij ziet het voor zich: die vijanden maken alles met de grond gelijk. Vruchtbomen worden gekapt, wijngaarden platgebrand, olijfbomen afgeknot, koren platgewalst, schapen en koeien geroofd. Een beeld zoals we dat vandaag soms zien op tv. Syrische steden in puin, duizenden op drift, uitgehongerd, dorstig, wanhopig, gewond.

Als militair zul je in je opleiding vast wel iets leren over de Conventies van Genève. Rechtsregels over hoe je handelt bij gewapende conflicten. Je hebt vuile oorlogen en je hebt legers die het humanitaire hoog houden. Die Conventies komen voor een deel rechtstreeks uit de Bijbel. God had aan het oude Israël (Gods volk in de bijbelse tijd) ook zulke oorlogswetten gegeven. Dat betekende onder andere, dat je nooit de bestaansmiddelen van een volk mocht vernietigen. Er gaat in elke oorlog veel kapot. Maar nooit mag je het de burgerbevolking onmogelijk maken weer een bestaan op te bouwen. Boomgaarden, akkers, waterputten, vee, daar moesten ze van af blijven.

Wat zie je hier? Een nietsontziende vijand is in aantocht. God heeft Habakuk alles in een visioen laten zien. Een verschrikkelijke film: een verschroeide aarde, waar niets meer overeind staat, geen vruchtboom of olijfgaard, het vee dood op het veld. Die Babyloniërs, die voeren een vuile oorlog!

=-=-=-=

Heftig allemaal hè?! En dat op een feestdag, in een trouwdienst! Moeten we nou echt vandaag aan dit soort gruwelijke dingen denken? Zal ik maar gauw stoppen en het nu over leuke dingen gaan hebben? Maar wacht even. Want het laatste stukje van dit lied van Habakuk is wel heel apart! Hij zegt nota bene: (ook al zullen de vijgenbomen dood zijn en de schapen en koeien geroofd), TOCH…. Tóch zal ik juichen voor de HEER, jubelen voor de God die mij redt!

Steekt die man zijn kop in het woestijnzand? Wat valt er straks nog te zingen en te juichen? Hier zie je iets heel wonderlijks. En dat zit ‘m in dat woordje ‘toch’: het z.g. ‘toch van het geloof’! Want wat is geloven? Geloven is: iets zien wat mensen met hun ogen niet kunnen zien. Iets weten wat mensen niet vanzelf kunnen weten. Kijk je naar deze wereld, dan wil je misschien het liefst een geweer pakken, geweld bestrijden met geweld. Soms kan dat niet anders. Het kan je opdracht zijn om dat te doen. Een opdracht die je ook als je in God gelooft op je mag nemen.

Maar God doet tegelijk iets anders. Iets totaal anders. Habakuk noemt de HEER de God die mij redt! Daarmee grijpt Habakuk vooruit op de komst van Gods nieuwe wereld. Hij kon die nog niet zien. Zelfs kon hij niet zien hóe God die nieuwe wereld zou doen komen. Dat gebeurde namelijk (ruim zes!) eeuwen later. God kwam zelf naar deze kapot geschoten wereld. Hij daalde neer als een mensje, kwetsbaar en weerloos. Ongelooflijk, maar dat is waar de Bijbel echt over gaat. De Bijbel gaat over Jezus, die de Zoon van God is. En wat gebeurde er: Jezus, zelf God, sterft aan een kruis! Gedood door corrupte machthebbers, die hem aan de schandpaal nagelen. Het onrechtvaardigste vonnis aller tijden: omdat hij letterlijk de onschuld zelf was. Niet alleen had hij nooit iets kwaads gedaan, hij had in zijn leven alleen maar goed gedaan. Zieken genezen, blinden weer doen zien, verguisde en verketterde mensen een nieuwe kans gegeven. Eén en al liefde was hij, en zijn leven één jihad van liefde.

Je zou zeggen: wat heeft zijn dood dan aan die wereld veranderd? De taliban gaan gewoon door in Afghanistan, terroristen blijven gewoon bloedige aanslagen plegen. Ja, maar wie gelooft zingt! Dan zing je dit lied: toch… Toch juich ik voor de HEER, God die mij redt. Want hij is mijn kracht, hij maakt mijn voeten snel, hij laat mijn over bergen gaan. Je stapt letterlijk over bergen van pijn en verdriet heen. Want je ziet dat God bezig is een nieuwe wereld te bouwen.

Waar zie je dat dan? En nu kom ik bij jullie. Ik zie dat in jullie! Twee jonge mensen die het aandurven elkaar trouw te beloven. Sommigen zeggen misschien: je bent gestoord! Jezelf aan één iemand binden, daar ga je spijt van krijgen! Je ontzegt jezelf zoveel pleziertjes met vrouwen, en over een jaar heb je spijt als haren op je hoofd dat je zo vast zit aan je vent die op missie is. In ons voorgesprek proefde ik bij jullie iets anders: ware liefde is vooral trouw. Nee, dat kan een mens niet van zichzelf. Maar jouw grote voorbeeld en degene die je werkelijk inspireert is Jezus, die zelf trouw was tot in de dood.

En niet alleen je voorbeeld, ook je kracht, zoals Habakuk het zegt. Jezus, en nu komt het ongelooflijke, bleef niet dood maar kwam terug uit het graf. Geloof het of niet, maar dat is het geheim van wie gelooft. Dat je ervaart: er is een nieuw leven begonnen, in mij. Gods nieuwe wereld bestaat al, in geloof, hoop en liefde. Want wij zijn zelf mensen met onrecht en kwaad in ons. Tegen dat kwaad moeten we strijden, de geestelijke jihad. Maar omdat Jezus Christus aan het kruis zijn leven gaf voor jouw zonden, mag je een mens gaan worden zoals God die bedoeld had. Ook dat is het ‘toch van het geloof’: dat we zondige mensen zijn, maar in Christus door God gezien als nieuwe mensen, vol liefde en vrede.

En zo wordt dat ‘toch’ ook het toch van de hoop. Toch, dat is: dwars door alles heen, ondanks alles wat er gebeurt en gebeuren kan, heb ik rust, ben ik blij, ben ik niet bang voor wat komt. Want God heeft mij lief. Dus God gaat met ons mee! We lazen ook een stukje van een bekende preek van Jezus, waar hij zegt: maak je geen zorgen. God voedt de vogels en doet de bloemen bloeien. Dus, zegt Jezus, maak je geen zorgen. Dat heeft geen zin, je blijft er geen dag langer door leven. Als God zorgt voor bloemen en vogels, dan zal hij zeker voor jullie zorgen! Richt jij je, zegt Jezus, maar op Gods nieuwe wereld, dat nieuwe leven uit liefde en vergeving. Dan zal hij je die andere dingen ook wel geven.

NN en NN, jullie hebben best al wel teleurstelling en tegenslagen meegemaakt. Toch gaan jullie vol goede moed samen op weg. Niet omdat je denkt dat het vanzelf zal gaan. Wel omdat jullie geloven: hoe het ook gaat en wat we ook tegenkomen, God gaat mee. In Jezus blijft zijn liefde bij ons. Dan durven we het aan, hij is er bij en blijft er bij. Dan is jullie toekomst zeker. Levenslang. Eeuwig!

Amen.

 

 

Liturgie

Votum & groet – Sela

Opw. 717

Gebed

Bijbellezing 1: Matt. 6, 25-34 (BGT)

PvN 16

Bijbellezing 2: Hab. 3, 17-19 (BGT)

Preek

GK Gez. 174

Huwelijksbevestiging:

  • Formulier (enkele passages kort verwoord)
  • Vragen gevolgd door belofte in eigen woorden
  • Gebed (bruidspaar knielt)
  • GK Gez. 10 (“De Heer zegene u”)
  • Aanbieding trouwbijbel
  • LB Gez. 293

Collecte (luisterlied “Zegen hen”)

Dankgebed

Opw. 575

Zegen

 

Hab. 3, 17-19

 

 

 

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *