Jouw leven een offer, 24/7! – Preek over Romeinen 12, 1 en 2 (start 40-dagen periode “Ga met God”)

Jezelf als levend offer aan God offeren, hoe doe je dat? Voor Israëlieten was een offer een rib uit hun lijf. Je offert een koe of een geit, en dat dier moest het beste en mooiste uit je kudde zijn. Offeren, dat is: alles geven wat je geven kunt. Jezelf offeren dus ook: jezelf geven, helemaal aan God.

Offer jezelf als levend dankoffer aan God! 1. Met wat je doet; 2. Met wie je bent; 3. Met liefde voor Gods wil.

1.

Offeren, dat was dus iets heel fysieks, je geeft echt iets: een offerdier. Dat doen wij niet meer, toch? We gaan niet met een koe of geit naar de kerk. Offeren, dat zit van binnen, zeggen we dan. Maar dat is de vraag. Als de Israëlieten een offer brachten, was dat een voorbeeld. Je geeft iets aan God, als teken dat je alles geeft, jezelf. Dat gaat dus niet alleen maar over de binnenkant. Je geeft alles: heel fysiek, je doen en laten, dus wat ervan te zien is.

In de oude vertaling zie je dat iets beter, daar staat: offer uw lichaam als een offer aan God. Je lichaam, dat is je buitenkant, wat er aan je te zien is. Uiterlijk gedrag, waaraan anderen zien dat jij christen bent. Een zichtbaar patroon waaraan je ziet: zo leven christenen.

Vroeger was dat meer iets zichtbaars. Je leven als christen was veel meer iets van je samen houden aan een aantal leefregels. Hoe je als christen leefde, dat kon je zien, aan de buitenkant. Christenen gingen niet naar de film of naar de kroeg, reisden niet op zondag, dat soort dingen. Dat vinden we nu wat kunstmatig, we lachen er zelfs wat om. Toch gaat het hier wel degelijk om wat je ervan ziet, van dat christen zijn. Wat doe jij met je vrije tijd, wie zijn je vrienden, naar welke films kijk je wel, (of juist niet)? Hoe ga je om met seksualiteit, hoe leef je in je huwelijk, hoe voed jij je kinderen op? Hoe geef jij je geld uit, hoe doe jij je werk, zet je jouw gaven in voor je naaste?

Uiteindelijk gaat het bij al die zaken om wat er van jouw christen zijn zichtbaar wordt. In concrete daden, je doen en je laten.

2.

Zo geef je jezelf aan God, 24/7. Maar hoe doe je dat, hoe kun je dat opbrengen? Dat is meer dan je houden aan een set regels en geboden. Echt zo leven, dat gaat dieper. Daarom verbindt Paulus deze oproep om jezelf te offeren met Gods genade: Met beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u (u als levend offer in Gods dienst te stellen).

In de oude vertaling stond barmhartigheden, en zo staat het er ook echt: meervoud! Dat zegt iets over de overvloed van Gods goedheid, het overweldigende van zijn genade. In de voorgaande hoofdstukken heeft Paulus dat uitgelegd. Daar werd duidelijk: God heeft in Jezus zijn genade getoond, door geloof in Christus ben je vrij van je schuld. Wij mogen nu Gods kinderen zijn, en door zijn Geest hem als Vader kennen. Over die aanneming tot Gods kinderen gaat het hele eerste deel van deze brief (hoofdstuk 1 t/m 11).

Op die geweldige genade beroept Paulus zich nu bij deze oproep om jezelf te offeren. Als God jou zo veel geeft, geef jij dan ook alles aan hem! Hij is je redder, dan wil je toch ook niets liever dan je hele leven aan hem wijden?

Zo is jouw leven één grote eredienst, zegt Paulus. Eredienst is aanbidding. Dus is eredienst altijd gericht op de hemel. Gods volk komt samen om hem offers te brengen van lofprijzing en dankzegging. Maar dat offeren is altijd een antwoord. Met die offers reageert Gods volk op Gods liefde, zijn vergeving. Zoals in de tempel, waar de Israëlieten verzoening kregen voor hun zonden. Zo is ook onze eredienst een offer van dank, eerbewijs aan een God die genadig is. Laat heel je leven één groot dankoffer zijn, zegt Paulus. Je mag leven uit de rijkdom van Gods vergeving, elke dag.

En pas zo kan deze oproep van Paulus echt tot je hart doordringen. En wordt je antwoord een antwoord van je hart, van aanbidding. Zo geef je van harte gehoor aan die oproep om je niet aan te passen maar anders te zijn. Dat is wat God graag wil: dat je anders bent dan de mensen zonder God. Dat je opvalt: dat mensen om je heen aan jou kunnen zien, dat je bij hem hoort. Dat je echt afstand neemt van de wereld van spuiten en slikken. Dat je je afkeert van de seksuele moraal van deze samenleving. Dat je niet bang bent om tegen de stroom in te gaan, ook als je daarmee vrienden verspeelt. Uiterlijk zichtbaar, zeker, maar vanuit die innerlijke bron!

Die uiterlijke kant van geloven zie je heel duidelijk bij moslims. Zij zijn niet bang om anders te zijn, op te vallen. Daar kunnen we nog van leren. Toch kan dat zo maar louter iets uiterlijks worden: een hoofddoekje, geen alcohol. Het gevaar van leven volgens uiterlijke regels is altijd dat je toch doet wat niet mag, maar dan stiekem. Vroeger leefden christenen ook meer vanuit regels. En dat hielp toen ook, het beschermde je. Vandaag wordt dat al gauw als onoprecht ervaren, uiterlijke schijn. Achter uiterlijke regels kon ook een hoop onoprechtheid schuil gaan. Nu zoeken we meer naar die innerlijke houding, dat ervaren we als meer oprecht. Dat past ook bij de meer individuele denkwijze van nu. Een gezamenlijke levensstijl, voor iedereen gelijk, wordt ervaren als opgelegd, kunstmatig.

Toch kan ook dat weer tot oppervlakkigheid leiden. Wat ik doe of niet doe, dat is dan iets persoonlijks, en dus ook wel vrijblijvend. Daarom is het goed elkaar erop aan te spreken: leef jij echt vanuit die echte diepe verandering. Paulus zegt: pas je niet aan bij wat alle mensen doen. Maar word een ander mens, door uw gezindheid te vernieuwen! Dus door je innerlijk, je hart, te veranderen. Doe je dat zelf, kun je dat zelf? Ja, het is een keus! Maar tegelijk zitten we hier in het hart van het werk van de heilige Geest. Hij is de heilige Geest, de heilige God zelf die in jouw binnenste komt wonen. Die jouw leven tot een heilig offer maakt. En die jou van binnen vernieuwt, zuivert en reinigt. Zodat je vanuit dat diepste innerlijk gaat leven!

Die verandering is dus een innerlijke vernieuwing. Gods genade is dat hij je je zonden vergeeft. Maar ook, dat hij een nieuw iemand van je maakt. Een mens met een nieuwe identiteit. Dan gaat het dus niet alleen om wat je doet en niet doet. Dat gaat dieper: het gaat om wie je bent!

3.

En die verandering brengt je toch weer terug bij Gods geboden, bij de regels dus. Want Paulus eindigt hier met te zeggen: om te ontdekken wat God van u wil! Die innerlijke vernieuwing door de Geest maakt, dat je Gods wil gaat ontdekken.

Ontdekken, dat vind ik een mooi woord hier. Vroeger zouden we misschien eerder gezegd hebben, dat we Gods wil wel wisten. “Je wéét toch, dat wij dat en dat niet doen als christenen?” Dat konden ouders gewoon tegen hun kinderen zeggen. Of het nu ging om bioscoopbezoek of dansen of naar de bar gaan: “zoiets doen wij niet”. En daar was het dan mee klaar: daar hoefde je niet over te discussiëren. En dat heeft lange tijd ook wel gewerkt. In onze tijd is het nodig, dat je elkaar overtuigt. Daarom is het zo mooi, dat hier staat: vanuit innerlijke vernieuwing ga je Gods wil ontdekken. Je ogen gaan ervoor open, voor wat God goed en mooi vindt. Voor wat hem bevalt, wat hij graag ziet.

Werk van zijn Geest, die je hart verandert. Hij is het, die je vanuit innerlijke vernieuwing terug brengt naar Gods Woord en geboden. Zodat je je daarin verdiept om Gods wil te ontdekken voor jou, jouw leven, jouw situatie. En zo kom je niet bij een leven naar regels, maar bij leven uit liefde en uit geloof. Vanuit je verbonden zijn met Jezus Christus. En vanuit die verbondenheid laat je je door dat Woord en zijn geboden onderwijzen, de weg wijzen. De regels van zijn Woord komen dan ook echt binnen, in je hart.

Of, zoals de Bijbel zegt, ze worden geschreven op de tafels van je hart. Niet meer uiterlijk, op steen, maar innerlijk, als iets van jezelf. Alleen Gods Geest kan dat bewerken, dat je je aan Gods regels gaat houden, uit eigen keus. Sommigen zijn bang voor wat er gebeurt als die duidelijke leefstijl verdwijnt. Maar strakke regels horen bij kleine kinderen, duidelijke afspraken maak je met pubers. Hier worden we als volwassen gelovigen aangesproken. Die de genadegeschenken van God kennen in hun leven. Vanuit die genade kies je zelf voor wat Gods Geest je doet ontdekken als Gods wil.

En vrijheid in Christus is geen vrijblijvendheid. Je mag elkaar er op aanspreken. Dat is juist ook het doel van de komende periode (40 dagen van gemeenteproject “Ga met God”). Samen ons leven leren zien als dagelijks lofoffer. Eredienst begint op zondag, maar gaat de hele week door, dag en nacht, 24/7.

Amen.

 

Dit vind je misschien ook leuk...

1 reactie

  1. Jan Stoute schreef:

    Een goede uitleg. En het is een uitdaging om je te geven en te leven zoals God dat vraagt. En dat dat niet zonder slag of stoot gaat? Zeker maar met de hulp van de H G zalhet zeker lukken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *