Bid jij voor je buurt en buren? – Preek over Kolossenzen 4, 2-6

Deze week begon de bekende predikant Ron van der Spoel met een ‘buurtgebed’. Op diverse plekken in Amersfoort zet hij kringen op van mensen die gaan bidden. Bid jij wel eens gericht voor je buren? Met buren moet je het treffen. Soms heb je pech: misschien heb je buren die al over het minste of geringste klagen. Bijna iedereen kent wel de tenenkrommende burenruzies bij de Rijdende Rechter. Ik denk wel eens: hoe zou ik reageren?

Hoe reageer je als christen op lichtgeraakte buren? Ga je voor ze bidden? Eén ding is zeker: als God niet de deur opent, praat je tegen een muur. Bid voor buren die zeuren. Dan worden muren deuren.

Bid voor open deuren:

Om: onthulling van Gods mysterie (1); moed en wijsheid voor jezelf (2).

1

Bid jij ook?, vroeg ik op catechisatie. Ja, als we bidden voor het eten… Maar, zei ik, bid je ook zelf? Nou nee, dat komt er niet zo van, zeggen de meesten, wat schamerig. Nou, dat begrijp ik wel hoor, zeg ik dan. Ook bij veel volwassenen gaat dat zo. Mensen met echte discipline in hun gebedsleven, die bewonder ik. Je bent vaak veel te druk in je hoofd. Je echt op God richten vraagt rust, aandacht. En toch, als je druk bent zou je juist moeten bidden. Je kent misschien het boekje: “Te druk om niet te bidden”… Veelzeggend, vind je niet? Je kunt het je domweg niet veroorloven om níet te bidden, juist niet als je druk bent!

Paulus zegt hier: blijf bidden! Dat is een kwestie van waakzaam (1), en dankbaar zijn (2), zegt hij in vers 2. Biddende gelovigen zijn wakkere mensen. De duivel wil niets liever dan mensen die in slaap sukkelen. Dat we van die gelovigen worden op de automatische piloot: geloven als routine. God is er wel, maar als het behang aan de muur, meer niet. Het is er, maar je kijkt er nooit naar. Als dat jouw geloof geworden is, ben je als een tv op de stand-by-stand. Ben je dan een levende getuige van Gods liefde en genade? Is Jezus het hart van je leven? Deel je je leven met hem? Dat is waakzaam; en: dan bid je ook met open ogen voor de nood van de wereld. Gaan jouw gebeden daar over? Niet over jouw besognes, maar over een wereld die verloren gaat?

Want bidden is ook dankbaar zijn (het tweede). Je bewust van het voorrecht dat je God mag kennen. Misschien ben je veel kwijt: gezondheid, je man of vrouw of kind. Dank je God ook dan, voor zijn goedheid en zegen? Bidden geeft ruimte in je hart, er komt licht in je leven. Bidden heet niet voor niets het belangrijkste blijk van dankbaarheid.

En nu spitst Paulus dat toe op zichzelf: bid ook voor mij; dat God deuren opent. Denkt hij aan de deuren van zijn gevangenis? Nee, totaal niet! Hij denkt aan andere deuren: de deuren van mensenharten (“zit je deur nog op slot…?”). En nog groter: deuren van steden, volken, de wereld. Paulus gelooft heilig in Gods grootse plan voor alle mensen. Gods Woord komt niet vanzelf bij mensen binnen. Ook wij bidden aan het begin van elke dienst om de ‘opening van het Woord’. Dan bid je om de opening van onze harten. Als we uit de Bijbel lezen, een preek horen, gebeurt er dan echt wat? Als Gods Geest je hart opent, dan ga je de stem van God zelf in je eigen hart horen. Daar zegt hij wie hij voor jou is, wat hij met jou wil. Gods woorden worden dan een kracht, kiemkracht van nieuw leven. Zit je met die verwachting hier? Dat door alle vormen en door hoe het wordt gebracht heen Gods stem in jou resoneert? Bid daar om; want als Gods plan aan je wordt onthuld, gebeurt er een wonder.

Paulus gebruikt het woord mysterie. Wat er gebeurt, als Gods Woord opengaat, is Gods geheimenis. Dat God een geheim heeft, betekent niet dat niemand het mag weten. Nee, God heeft het juist onthuld, na eeuwen en eeuwen waarin het verborgen was. Dat geheim is Jezus Christus. Eeuwenlang was God bezig met zijn plan om de mensen te redden. Voor zijn volk Israël lichtte hij telkens verder een tip van de sluier op. Totdat zijn geheim volledig bekend werd: Gods verlossingsplan door Christus! En nog blijft het een mysterie, een onbegrijpelijk wonder. Als een mens Jezus gaat ontmoeten, als je zijn liefde binnen laat in je hart. En voor dat wonder moet je dus bidden. Paulus beseft hoe groot dat wonder is. Mensen hebben muren om hun hart. Alleen als we bidden zullen die muren vallen. Alleen als we bidden gaan deuren open.

2

Maar als je zo bidt, bid je ook voor jezelf. Paulus verbindt hier nog een paar aansporingen aan. Gedraag u wijs tegenover buitenstaanders… De laatste jaren is er veel nagedacht en geschreven over dat woord ‘buitenstaanders’. Maak je zo niet te veel een tegenstelling tussen ‘binnen’ en ‘buiten’? Wat ís eigenlijk binnen, en waar ben je als je buiten bent? Wij vullen dat vaak in als: kerk tegenover wereld. Maar dat kan zo maar een sfeer oproepen alsof je goed zit als je maar binnen bent. En dat mensen buiten de kerk fout zijn. Je kunt je verheven gaan voelen boven hen. Dan ga je op zo’n meewarige manier praten over mensen die nog niet geloven. “Wat arm zijn die mensen toch, ze hebben geen enkele hoop”.

Maar de Bijbel maakt duidelijk, dat het zo simpel niet ligt.           De wereld, zit die ook niet in het hart van gelovigen zelf? En het werk van Gods Geest, zie je dat ook niet bij mensen die goed doen zonder te geloven? Paulus bedoelt hier: ga bewust om met de mensen om je heen. Hoe bewust ben jij je dat: dat mensen zonder God verloren zijn? De wijsheid die Paulus bedoelt is dat je beseft dat die ander een eeuwige bestemming heeft. Dat je je afvraagt: wat zou Gods plan met die ander zijn? Wat is Gods bedoeling dat ik die ander ontmoet, dat onze wegen elkaar kruisen? Wijsheid is: daar een antenne voor ontwikkelen. Een radar die bij een christen altijd aan staat: zodat je elke gelegenheid benut.

Ja, zeggen ze op catechisatie, maar je praat toch niet de hele dag over Jezus? Nee, je moet geen wandelende dominee worden, die alleen nog maar kan preken. Zoals wat ik pas zag: toeteren terwijl geen mens luistert (plaatje van straatevangelist). Nee, de gelegenheid benutten is gelegenheden zien, en zoeken. Jaren geleden ontmoette ik een man. Hij stond elke zaterdag naast me, bij de voetbalwedstrijden van onze zoons. Maar ik vond het een irritante opschepper, elke week weer had hij nieuwe blingbling. Ik ging hem ontlopen, maar altijd kwam hij uitgerekend naar mij toe. Op een dag kwam hij ineens niet meer: hij was dood! Overvallen op straat, hartinfarct, ’s morgens gevonden. En toen dacht ik: heb ik hem over Jezus verteld? Nee! Ik probeerde hem alleen maar te ontlopen. En nu? Wat is er met hem gebeurd? Heeft hij de liefde van God gekend? Niet door mij…! Heb ik voor hem gebeden? God gevraagd zijn hart te openen voor zijn liefde? De gelegenheid benutten, dat is: bewust met de ander omgaan. De zoon van onze overbuurman was bij een verkeersongeval bijna omgekomen. Toen ik hem sprak, zei hij: hij had vast een engeltje op zijn schouder… Pas later dacht ik: dat was een opening, ik had iets kunnen zeggen, over God! Niet gedaan!

Toch is het niet altijd een kwestie van wat je zegt. Die zoekende houding zit nog meer in je manier van spreken. Paulus geeft een prachtig advies: wees in je spreken vriendelijk, maar beslist. De oude vertaling zegt: laat uw spreken aangenaam zijn, niet zouteloos. Dat staat er letterlijk. Voor aangenaam gebruikt hij een woord waarin genade zit. Laat jouw spreken, heel je houding, genadig zijn. Laat Gods genade voor mensen daarin doorklinken en voelbaar zijn. Dat heeft iets te maken met echte interesse in de ander. Niet als trucje om zodra het kan bij hem/haar de bal van het geloof in het doel te schieten. Nee, echt begaan zijn, vol aandacht voor wie die ander is.

En: “niet zouteloos”. Goed gezouten, staat er eigenlijk: nooit platvloers, oppervlakkig, populair-doenerig. Maar pittig; dat het de aandacht trekt, smaakt naar meer. Hoe ben je christen op je werk, in jouw buurt? Het is helemaal niet zo ingewikkeld. Wees gewoon betrouwbaar, eerlijk. Heb aandacht voor de ander, oprechte belangstelling. Je zult merken, dat doet altijd iets.

Jij bent, daar ging het in deze hele brief steeds om, in Christus. Eén met hem, door zijn Geest, ben je een mens die licht verspreidt. Iemand zei het ooit zo: verbreid het evangelie, desnoods met woorden. Ons gepreek werkt niet en wekt alleen maar weerstand. Maar een liefdevolle houding doet wonderen. Dan gaan er misschien deuren open.

Bid jij wel eens? Bid je voor je buren, je collega’s? Bid je voor jezelf, om moed, om die liefdevolle houding? Of God muren wil slechten en deuren opent?

 

Amen.

 

 

Kol. 4, 2-6 (handout) Kol. 4, 2-6 Kol. 4, 2-6

 

 

 

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *