Omgaan met ongehuwd samenwonende jongeren

 

(onderstaand artikel is eerder verschenen in Pro Ministerio, intern orgaan van de vereniging van predikanten in de Gereformeerde Kerken, mei 2015)

Onbevredigend

Hoe gaan kerken om met jongeren die niet trouwen maar ongehuwd samenwonen? De praktijk was vaak, dat we hier veroordelend op reageerden. ‘Was’: ik heb de indruk dat dit aan het veranderen is. Ongehuwd samenwonen werd gezien als zonde. Deze jongeren werden soms van het avondmaal afgehouden. Als zij daarna wilden trouwen, werd hun huwelijk niet kerkelijk bevestigd.

Steeds vaker wordt deze praktijk als onbevredigend ervaren. ‘Samenwonen’ is in de huidige samenleving niets abnormaals. Dit lag in de tijd van de Bijbel zeker anders: in de oud-oosterse samenleving kende men het verschijnsel niet. Alle volken kenden toen een vorm van publieke huwelijkssluiting. Vaak ging dat via uithuwelijken, een deal tussen families. Het was een in de gemeenschap erkende verbintenis. Ongehuwd samenwonen kwam als mogelijke optie waarschijnlijk niet eens bij mensen op.

Wat is nu de essentie van een huwelijk, vergeleken met samenwonen? Dat het een publiek erkend verbond is voor het leven. Er wordt onder getuigen een belofte van trouw afgelegd. Daarbij moet je niet onmiddellijk denken aan een ‘gemeentehuis’ of een ‘ambtenaar van de burgerlijke stand’, die kwamen er pas veel later aan te pas, in ons land vanaf de Franse overheersing. De huwelijkssluiting zoals wij die kennen is betrekkelijk jong en wij moeten deze dus niet verheffen tot de Bijbelse norm. Wel is een duidelijke lijn in de Bijbel die trouwbelofte onder getuigen.

In onze samenleving is ongehuwd samenwonen volledig geaccepteerd. Veel samenwonenden blijven elkaar trouw, vaak levenslang. Ook hun gezinsleven (als er kinderen komen) ziet er uit als het vroegere gezin met gehuwde ouders. De overheid geeft mogelijkheden om de relatie juridisch te regelen, met samenlevingscontracten, geregistreerd partnerschap, etc. Zo is ongehuwd samenleven steeds meer op het vroegere burgerlijke huwelijk gaan lijken. Tegelijk zien velen het samenwonen wel als een opstapje naar een huwelijk, vergelijkbaar met de vroegere verloving. Zeker veel jongeren binnen de kerk lijken voor die route naar een huwelijk kiezen.

Pastorale houding

Vanwege deze ontwikkelingen pleitten de deputaten voor de Relatie Kerk & Overheid in hun laatste rapport aan de generale synode voor bezinning met het oog op een meer aan de huidige werkelijkheid beantwoordende vorm van huwelijkssluiting. Moeten we niet toe naar een soort erkenning van dit soort relaties, waarbij we jongeren wel vragen om een trouwbelofte als bij het vroegere huwelijk?

Zelf zat ik pastoraal al langer op dit spoor. Vaak kom je tot de conclusie dat deze jongeren niet onwelwillend zijn of afkerig staan ten opzichte van het bijbelse onderwijs over relaties en huwelijk. Maar belangrijker is, dat je begint op een ander niveau: hoe staan beiden tegenover God, zijn ze bereid keuzes te maken in het licht van de navolging van Christus? Vaak ontdekte ik, dat ze misschien soms wat naïef-onwetend stappen hebben gezet maar dat een eerste gesprek ze al aan het denken zet.

Soms kunnen kerkenraadsleden zich dat moeilijk voorstellen en dit alleen maar op een veroordelende manier benaderen: “Ze weten het toch?”, “Pietje heeft toch belijdenis gedaan, hij wordt dus geacht te weten wat de Bijbel hierover zegt”. Maar dat is toch wat te makkelijk. Ook als ongehuwd samenwonen in catechese en prediking overduidelijk als onbijbels wordt benoemd, blijken jongeren toch niet altijd de keuze voor een bijbels huwelijk te maken. Hebben ze dat onderwijs niet gehoord? Of is er iets anders aan de hand? Je kunt wel flink preken, maar minstens zo belangrijk is, dat zij voorbeelden van geloof zien, die hen inspireren ook zelf hun keuzes te maken in het licht van het volgen van Christus. Ik ben bang, dat in ons soort kerk dit besef soms nog ver weg is, zodat we meer op de norm blijven wijzen dan zelf voorbeelden van toewijding te zijn.

Met geduldig in gesprek gaan kom je verder. Dan zoom je niet meteen in op hun ‘verkeerde keus’, je focust niet op de gedrag-kant, maar probeert op het niveau te komen van het hart, de geloofskeuze. Dat vraagt tijd en ook dat kerkenraden en gemeenteleden zo’n situatie kunnen dragen, wetend dat er pastoraal aan gewerkt wordt. Maar het leidt vaker tot verandering dan wanneer we deze jongeren vermanend onder druk zetten en zij zich afgewezen en veroordeeld voelen.

Deze houding proef ik ook in genoemd rapport. Jammer genoeg nam de synode de aanbevelingen nog niet over. Nu blijft er een situatie waarin de relatie met sommige jongeren onnodig vertroebeld wordt, niet alleen in contacten met kerkenraadsleden, soms ook met andere gemeenteleden. Leeftijdgenoten die er moeite mee hebben durven vrienden die samenwonen niet altijd daarop aan te spreken, volwassenen draaien er ook omheen (ook vaak ouders, die niet altijd goed raad weten met de keuzes van hun kinderen). En dan hoor je soms ook nog fluisteren: “doet de kerkenraad er wel iets aan of moet dit maar allemaal kunnen…” Deze sfeer is slecht en niet bevorderlijk voor als je met deze jongeren op zoek bent naar hoe zij Jezus kunnen leren volgen.

Trouwen 2.0?

Hoe kun je hen dus verder helpen? Allereerst door niet met die veroordelende houding te beginnen. Stel eerst eens een vraag aan jezelf: wat maakt dat ik zo snel mogelijk de geboden van God aan de orde wil stellen? Durf ik in gesprek te gaan, of probeer ik maar zo snel mogelijk mijn boodschap over de schutting te gooien? Of voel ik me misschien méér verantwoordelijk voor de hele gemeente: “andere jongeren moeten niet de indruk krijgen dat wij dit maar goedkeuren…”

Niet alleen samenwonende jongeren zijn daarmee niet geholpen, ook anderen niet. Wat nodig is, gaat dieper: wat betekent het Christus te volgen in je leven? Wat is een christelijke identiteit? Wil je God dienen en liefhebben? Wat betekent dat dan voor de keuzes die je maakt? Durven we met die vragende houding het gesprek aan te gaan: hoe zijn jullie tot deze keus gekomen, welke ervaringen in je leven zitten daar misschien achter (bijvoorbeeld gescheiden ouders), hoe zie je jouw keuzes in het licht van je christen zijn, etc.

En nog belangrijker: kunnen we ook niet gewoon zeggen, dat we blij zijn dat ze voor elkaar kiezen? Is het niet prachtig als jongeren verantwoordelijk willen zijn voor elkaar?

Maar dan is ook die andere trouwpraktijk urgent. Het mooie van het rapport is, dat het pleit voor een duidelijke Bijbelse invulling van de duurzame relatie. Men heeft gezocht naar de essentie van het Bijbelse huwelijk: de trouwbelofte onder getuigen. Zo kan dit rapport ons helpen toe te groeien naar een praktijk, die veel meer dan nu beantwoordt aan wat Gods wil is en die tegelijk jongeren helpt de goede weg in te slaan, zonder veroordeling bij voorbaat.

Intussen moeten we nog werken in het kader van de ‘oude’ situatie. Dat is schadelijk, omdat het leidt tot halfslachtige oplossingen: geen bevestiging, wel voorbede, dat soort geforceerde en onbevredigende keuzes. En erger: voordat het zo ver is zijn velen al vertrokken, omdat ze geen positieve benadering ervaren, erger nog, zich soms niet meer welkom voelen. Het blijft dus een zaak van bidden om wijsheid (Jakobus 1,5). En laat deze jongeren allereerst voelen dat we achter hen staan, in hun worsteling om christen te zijn in een totaal van God losgeslagen samenleving.

(zie ook het artikel “Getrouwd voor God en in de kerk”, Categorie: Synodeberichten)

 

 

 

 

 

 

 

Dit vind je misschien ook leuk...

1 reactie

  1. Frank Horstman schreef:

    Dag Klaas, ik heb jou stukje ‘gelinkt’ naar Martijn en Berthilde. Ze zitten op een bijbelwijkkring bij de Morgenster. En daar wordt dit onderwerp, ongehuwd samenwonen, behandeld. Input voor gesprek. Voor hen geen vreemd onderwerp zoals je weet vanuit het verleden. Voor ons ook niet. Hartelijke groet,ook aan Wiljo van ons. Anja en Frank.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *