Door de poort van het bloed de vrijheid tegemoet – preek over Exodus 12, 12-15

Er zijn allerlei poorten, van feestbogen waar een bruidspaar onderdoor loopt, tot oude stadspoorten. Zulke poorten zijn symbolisch. Ze laten zien: ga je daar doorheen, dan kom je van de ene in de andere wereld. Pascha of Pesach is het feest van de poort. De Israëlieten vieren zo hun bevrijding. Ze vieren dat ze door deuren met bloed gingen. Een poort naar een nieuw leven. Nieuw leven is alleen mogelijk als je door die bloedpoort gaat. Het bloed van het lam van God, dat de zonden van de wereld wegneemt.

Door de poort van het bloed de vrijheid tegemoet!

  1. Vóór de poort; 2. Door de poort; 3. Achter de poort.

1. Vóór

Pesach is een mooi feest, de Joden vieren het nog steeds. Het lijkt wel wat op onze kerstdiners: familie, kaarsen, gezelligheid. Maar toch eerst even dit: dit is natuurlijk wel een heel gruwelijk verhaal! Alle eerstgeboren kinderen en dieren van Egypte worden die nacht gedood! Dan vraag je je af: hoe kan God zó zijn?!

Er zijn momenteel nogal wat mensen die voorbeelden als deze aangrijpen. Zie je wel, godsdiensten zijn gruwelijk, ook de Bijbel, ook het christendom! Denk aan het boek van Dimitri Verhulst, Bloedboek, over bloederige passages in de Bijbel. En op internet kreeg deze week het filmpje The Holy Quran Experiment miljoenen hits. Een filmpje over de vrouwonvriendelijkheid van de Bijbel, en over het afhakken van handen. Mensen reageerden geschokt: staat dat allemaal in de Bijbel?!

Heel in het kort een paar opmerkingen daarover. Allereerst: zowel het boek als de film rukken teksten in de Bijbel uit hun verband. Dan kun je de Bijbel alles laten zeggen wat jij wilt. Maar, ten tweede, vraag je of God zo is, dan zeg ik: ja, zo is hij dus ook! Tenminste, in het Oude Testament. De Israëlieten moeten een lammetje slachten, en met het bloed de deurposten bestrijken. Er komt  een doodsengel, die alle eerstgeborenen moet doden. Doodsengel, bloedengel, bloed van een lam, dat is toch gruwelijk allemaal?! Daar kun je je kinderen toch niet mee confronteren, zeggen wij tegenwoordig. Is dat niet barbaars?!

Is God dus zo? Ja, en nee. Want: al die bloedpassages in de Bijbel zeggen niets over het christelijk geloof. Met Christus’ kruisoffer, zegt de Bijbel, is een eind gekomen aan alle bloedrituelen. God is geen bloed-God meer. Hij past zich in de geschiedenis aan bij de menselijke cultuur. Slachten en offeren, oorlog voeren met zwaarden en speren, dat was toen. Zo waren de dingen in die tijd. Nu is Christus gekomen, en hij bracht een boodschap van vrede, vergeving, liefde.

Maar, en ik kom daar straks op terug, tegelijk is God dezelfde gebleven. Een God die het kwaad en de zonden van mensen zal wreken. En vooral de God die de afgoden van deze wereld zal vertrappen en verslaan. Want kijk eens wat God tegen Mozes zegt (vers 12): Ik zal die nacht rondgaan door Egypte, en ik zal daar alle eerstgeborenen doden (…), en ik zal alle Egyptische goden van hun voetstuk stoten, want ik ben de HEER!

Al eerder heb ik daar op gewezen: op die oorlog die hier gevoerd wordt. Boven de hoofden van mensen vecht God een strijd uit. Een strijd tussen God en de goden. Tussen de Almachtige, de Ware God, en zijn grote vijand, de duivel. En nu komt de eindfase van die strijd. Farao bleef weigeren het volk te laten gaan. Straffen en plagen kwamen over Egypte. En het hart van de Farao verhardde zich. Hij sloot zich af voor de HEER, weigerde hem als de Allerhoogste te erkennen. Daarom zitten de Israëlieten niet maar gevangen in slavernij. Nee, ze zitten vast in het huis van de duisternis. In de gevangenis van de anti-Goddelijke machten, de goden van de hel. Egypte heet in de Bijbel de gevangenis van de zonde en van de dood. De naam Egypte staat voor de macht van de duivel, die Gods volk gevangen houdt. Israëls bevrijding is vooral ook bevrijding uit de duisternis, van afgoden en goddeloosheid. Dat is de slavernij waaronder ze zuchten. Dat is het leven in Egypte, het leven vóór de poort…

2. Door

En in die nacht mag Israël door de poort gaan. Door de poort van het bloed de vrijheid tegemoet. Want de doodsengel zal de huizen met een bloeddeur voorbijgaan. Voorbijgaan, passeren, pass-over, pesach. Hoe zullen de Israëlieten en hun kinderen zich gevoeld hebben? Blij en opgelucht, omdat de bevrijding uit de slavendienst nu voor de deur stond? Of waren ze ook doodsbang, vol ontzag in ieder geval?

Want waarom moeten de Israëlieten dit doen? Aan het bloed zal ik jullie huizen herkennen, zegt de HEER. Maar God kent toch de zijnen, hij wist ze toch zo ook wel te wonen, ook zonder bloeddeur?  Ja, maar zo wordt dus duidelijk dat ook de Israëlieten niet zo maar vrijuit gaan. Ik zei het al eerder, ook de Israëlieten waren aan de Egyptische goden verslingerd geraakt. De slavenmentaliteit van de afgoden was ook in hun ziel gekropen, als een dodelijk monster.

Wat maakt afgoden toch altijd zo aantrekkelijk, toen, ook nu? Welke afgoden heb jij? Alle afgoden hebben één trekje gemeen: dat ze jou leegzuigen. Geef je een afgod ruimte in je leven, dan wil hij niet een stukje, dan wil hij alles. Zeg nooit: afgoden bestaan niet. Het zijn kwade machten, die jouw ziel vergiftigen. Nepgoden, die verraderlijk echt en reëel zijn. Vaak vullen we dat in met dingen als ‘seks, geld en macht’. Ook in het boek van Tim Keller over nepgoden doet hij dat. Maar daar maakt hij ook iets anders duidelijk: het is vaak veel subtieler en verraderlijker. Wat is in deze afgoden de eigenlijke macht, het geestelijke kwaad, dat zit daar veel dieper in ‘verpakt’.

Bijvoorbeeld: waarom vind ik het zo belangrijk wat een ander van mij zegt, vindt of denkt? Kan het zijn, dat ik te weinig op God vertrouw, en mezelf te afhankelijk maak van anderen? Kan dat ook een afgod zijn? Een soort trots of hoogmoed, jouw image op FB, bij je vrienden, in de kerk? Genot, macht en eer, dat is de kern van wat afgoden zo aantrekkelijk maakt.

Hoe kom je er van af? Door de poort van bloed door te gaan. De Israëlieten moesten niet alleen maar van Egypte en slavendienst bevrijd worden. Afgoden zijn besmettelijk, leven in Egypte had ook Gods volk aangetast. Daarom gaan zij alleen vrijuit, als er een bloedpoort is. Jezus is voor ons die poort. Hij is de deur, naar een nieuw leven, bevrijd van die afgoden. Paulus zegt het in I Kor. 5 zo: ons pesachlam, Christus, is geslacht. (zingen: LB Gez. 203,5)

3. Achter

Dus hoe ziet nu het leven aan de andere kant van die poort er uit? De Israëlieten moeten bij dit gedenkmaal ook ongezuurde broden eten. De dagen voor hun vertrek moeten ze hun huizen reinigen. Nog steeds doen Joden dat, een soort grote schoonmaak bij Pesach. Door het hele huis worden stukjes zuurdeeg verstopt, de kinderen moeten het opzoeken. Zuurdesem is een soort gist. Bij het brood bakken gebruikten ze een stukje oud deeg van de dag ervoor. Het was een beetje verzuurd, een heel klein beetje bedorven zeg maar. Dat werd door het verse deeg gekneed, zodat het deeg ging rijzen en het brood luchtig werd.

Maar nu mogen ze geen gist door het deeg kneden. Er is haast, er is geen tijd om het deeg te laten rijzen. Platte broden worden het, die ze meenemen, als ze uit Egypte vertrekken. En dat maakt God tot een symbool: oud deeg moet je huis uit. Dus als je door de bloedpoort gaat, ga je een nieuw en rein leven binnen. Al het oude, alles wat bedorven en aangetast is, moet weg. Heel scherp zegt God het zelfs: heb je nog oud deeg in huis, dan moet je zelf weg. Als jij nog oud, Egyptisch leven blijft bewaren, dan hoor je er niet meer bij. Ga je door de bloedpoort, dan moet alles wat bedorven en onrein is weg.

En weer zien we hoe dit feest op Christus wijst. Paulus zegt: ons Pesachlam Christus is geslacht, vier dus geen feest meer met het oude desem van kwaad en ontucht, maar met het ongedesemde brood van reinheid en waarheid. Dus wat neem je mee, als je door de bloedpoort gaat, en vooral: wat laat je achter? Als Christus jouw Pesachlam is, dan stap jij Gods vrijheid binnen. Dan maak je een totaal nieuw begin. Je laat het oude achter: de slavernij van zonde en kwaad. Door de poort van bloed gaan is een keuze: voor een nieuw leven, een leven voor God. Ga dan nu eens eerlijk na: wat heb je nog aan gist je nieuwe leven binnengesmokkeld? Welke dingen zijn er nu in jouw leven, die echt niet passen bij Christus? Kijk eens in je hart, je leven, je gedachten, je verlangens: wat is jouw grootste vreugde? Ga eens langs je films, je muziek, je social media gedrag, je uitgaan, je liefdesleven.

Als je door de bloedpoort Jezus gaat, dan is hij je bevrijder. Dan ben je vrij, dan wíl je ook niet meer als zondaar blijven leven. Jouw Pesachlam is geslacht! Nogmaals: waren de Israëlieten opgelucht, of bang, die laatste nacht? Ik denk bang, doodsbang: buiten waarde een verderfengel rond. Ook de huizen van Gods volk deed hij aan. Dat wat wij zo gruwelijk vinden laat juist zien hoe gruwelijk God de zonde vindt. Hoe heilig, rein en zuiver hij is. Sta jij daar bij stil? Ik zei eerder: God is toch dezelfde gebleven. Besef jij, dat hij gruwt van jouw zonden? Zo zelfs dat hij zijn eigen Zoon in handen gaf van de doodsengel! Zodat hij het uitschreeuwde daarbuiten: “mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten”?

Door hem kunnen wij nu zingen bij het avondmaal, de voortzetting van Pesach. “Opdat wij nooit meer door hem verlaten zullen worden”! Dat is leven aan de andere kant van de bloedpoort: leven in de vrijheid van Gods genade! Genieten van Gods eeuwige liefde. Laten we zo naar Kerstfeest toeleven. Toen hij op aarde kwam, kwam hij om de weg naar het kruis te gaan. Om voor ons die bloedpoort te zijn, naar een nieuw leven in de vrijheid van God.

Amen.

(thema ontleend aan een preek van ds. H.P. Dam, GKv Enschede-West)

 

Ex. 12, 12-15 Ex. 12, 12-15

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *