Robin Williams speelde zichzelf…

Het overlijden van een beroemde acteur, dat grijpt je aan. Robin Williams, een man om wie je lacht. Maar wat een eenzaamheid kan er blijkbaar schuilgaan achter een grappenmaker!

Ik herinner me hem op de manier van jeugdsentiment. Velen zagen als kind zijn films, zelf behoor ik tot de generatie van de ouders die hun kinderen naar zijn films lieten kijken. En daar stiekem zelf nog het meest van genoot…

Van dat laatste werd ik me bewust toen ik merkte dat de kinderen, ook toen ze al ouder waren, soms voorstelden: zullen we nog een keer Mrs Doubtfire kijken? Waarom genoten ze daar zo van? Ik vermoed omdat ze me dan weer eens zagen schaterlachen. Hoe confronterend: blijkbaar zagen ze me zo niet vaak….

Ik kom dan inderdaad niet meer bij. Want ik ben er zo één, die zelfs na de tiende keer dat ik een film zie nog altijd krom lig van het lachen om sommige grappen en komische situaties. Tenenkrommend vind ik het nog steeds, als Daniel als Mrs Doubtfire bezoek krijgt van de maatschappelijk werkster Mrs Sellner en zijn ‘gezicht’ uit het raam laat vallen, pal voor de wielen van een passerende vuilnisauto. Of als hij/zij in het restaurant heen en weer rent tussen zijn ex Miranda, met haar nieuwe vriend en de kinderen aan de ene kant (‘smoking’) en zijn producer in ‘no-smoking’ aan de andere kant, zich tussendoor telkens koortsachtig verkledend op het toilet en zich vergist omdat hij steeds dronkener wordt van de whiskey’s van de programmamaker.

Maar wat mij treft bij zijn sterven is dat hij blijkbaar een tragische man was. En het is juist die tragiek die ik in sommige films met hem waarnam. In Mrs Doubtfire is hij de grappenmaker die alles doet om maar bij zijn kinderen te kunnen zijn en er niet mee kan leven dat hij ze niet elke dag meer kan zien. In Bicentennial Man is hij de eenzame robot die uiteindelijk een mens wil zijn, om zo pijn te kunnen voelen en lief te kunnen hebben. In Patch Adams is hij de idealist die mensen wil helpen maar daardoor zelf steeds meer in de moeilijkheden komt.

Misschien is het wel zo, dat grappenmakers bestaan bij de gratie van pijn en verdriet. Humor is het vermogen om te relativeren en zo om te gaan met onhanteerbare situaties. Tussen grap en ernst zit dus een flinterdun lijntje, ze kunnen niet zonder elkaar.

Hoewel zijn filmoeuvre indrukwekkend is en veel meer omvat dan wat ik ooit van hem zag en wat ik hier noem, zag ik in deze films een tragische man. Of heb ik dat nu ingevuld vanuit de manier waarop hij aan zijn einde kwam? Zoals wel vaker vallen dan ineens achteraf puzzelstukjes op hun plek. Zoals hij aan zijn einde kwam, zo was hij in deze films: eenzaam, met een stil verdriet, levend om en door zijn grappen, maar altijd verkeerd begrepen.

Wat moet het zijn voor een mens om beroemd te zijn en bij de élite van de wereld te horen? Verslaafd geweest aan drugs en drank. Wonend in een villa, met je derde vrouw, te midden van glitter en glamour. Aan de hand van schaarse informatie via de media vorm je je beeld, maar altijd te beperkt. Hij had dus Parkinson, zo werd bekend. Had hij geen moed meer om de weg van die ziekte ten einde toe te gaan? Zag hij geen enkele uitweg meer uit zijn depressiviteit? Zou hij geen redding meer hebben gezien?

Want ook hij is een schepsel van de Eeuwige. Hij mocht in zijn leven iets moois laten zien, een stukje lichtglans van zijn Schepper. Kende hij die Schepper ook als zijn Vader, zijn Redder? Zal die Eeuwige zich niet over hem ontfermd hebben?

 

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *