Hemelvaart

In een tijd van ruimtevaart is hemelvaart lang niet zo gek als sommigen denken. Het heeft allebei iets van varen. Daarbij denk je aan een schip. Een schip is iets waarmee je vaart. Varen is reizen. In het Duits werd fahren reizen met een wagen (rijden dus), in het Nederlands reizen met een schip (varen dus). Duitsers zijn landrotten, Nederlanders leefden bij of op het water.

Ruimtevaart of hemelvaart, bij beide gaat het om reizen. Maar waarheen gaat de reis? Bij ruimtevaart reist men naar de maan of naar Mars, of doet men rondjes om de aarde. Maar hoe ver komen we? Hoewel Mars wat verder weg is, zijn rondjes aarde nog altijd als een fietstochtje om je eigen dorp. André Kuipers kon zowat naar z’n vrouw en kinderen zwaaien als hij voorbij kwam. Ruimtereizen is niet zo indrukwekkend als je het vergelijkt met de immense ruimte van de kosmos waarin ons zonnestelsel er maar één is, van de miljarden…

En hemelvaart dan? De Bijbel vertelt, dat de leerlingen van Jezus hem omhoog zagen gaan. Hoezo omhoog? Zonder ruimtepak en -schip, en zonder raketmotoren zou hij niet ver komen. Waar ging de reis dus naartoe? In de Bijbel wordt verteld dat een wolk hem aan hun ogen onttrok. Alsof een Goddelijke hand hen verbood nieuwsgierig naar binnen te gluren als de deur van de hemel open zou gaan en Jezus thuis kwam. Nee, echt weer zo’n mysterie waarmee de Bijbel je laat zitten (als je niet van mysteries houdt, moet je niet gelovig worden…).

Wie gelooft, weet dat dit verhaal iets symbolisch heeft: Jezus beeldt iets uit. Hij toont dat hij een werkelijkheid binnengaat, waar wij nog even niet kunnen komen. Een wereld waar hij is en waar jij hem volgen kunt op zijn tijd. Als je wilt, en als je gelooft. Dan ben je namelijk ook aan een reis, een vaart, begonnen. Een reis met een prachtige bestemming: een nieuwe wereld.

Hoe ver moet je varen om daar te komen? Niet ver: het is één stap ver. Hemelvaartsdag is vieren, dat de hemel niet ver meer is, niet onbereikbaar. En dat die nieuwe, hemelse wereld, elk ogenblik kan aanbreken. Een nieuwe wereld, een wereld van vrede en gerechtigheid, wie zou daar niet naar verlangen?